Je weet het verschil tussen directe en indirecte belastingen
Je weet wat accijnzen zijn
Je weet wat btw is.
Je weet welke btw tarieven er gehanteerd worden
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Leerdoelen
Je weet wat belastingen zijn
Je weet het verschil tussen directe en indirecte belastingen
Je weet wat accijnzen zijn
Je weet wat btw is.
Je weet welke btw tarieven er gehanteerd worden
Slide 1 - Slide
BELASTINGEN
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Stelling (je gaat staan als je het er mee eens bent)
Wie vindt dat we in Nederland veel te veel belasting betalen?
Slide 4 - Slide
Wat gebeurt er met onze betaalde belastingen?
Slide 5 - Slide
Twee soorten belastingen
Er zijn directe belastingen en indirecte belastingen.
Slide 6 - Slide
Directe belastingen zijn belastingen die direct door de overheid wordt geheven zoals : inkomstenbelasting en vermogensbelasting
Inkomen
Winst
Slide 7 - Slide
Indirecte belastingen zijn belastingen die niet direct door de overheid worden geheven maar door een ander zoals: btw in winkels en accijnsen op benzine
btw op aankopen in de winkel
accijns
Slide 8 - Slide
Wat is btw?
Slide 9 - Mind map
BTW - welke tarieven zijn er?
Slide 10 - Slide
BTW- tarieven
Op de meeste producten en diensten zit het hoge BTW tarief: 21%
Op andere producten zit het lage BTW tarief 9%
Luxe behoeften
Noodzakelijke behoeften
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Waarom heft de overheid belasting op alcohol?
Slide 13 - Open question
Opdrachten maken
Schrijf je antwoorden op in je werkboek.
Slide 14 - Slide
Vraag 1. Geef drie voorbeelden van directe belastingen?
Slide 15 - Slide
Vraag 2. Geef drie voorbeelden van indirecte belastingen?
Slide 16 - Slide
Een pakje sigaretten kost € 4,50 in de winkel. Ik koop in totaal 20 pakjes.
Vraag 3a. Hoeveel kosten 20 pakjes sigaretten?
Vraag 3b. Leg uit wat accijns betekent?
Vraag 3c. Hoeveel accijns moet ik in totaal betalen?
Slide 17 - Slide
Jullie zien hier een aankoopbon.
Vraag 4a. Wat is het bedrag dat er betaald moet worden aan btw?
Vraag 4 b.Welk btw tarief wordt hier gehanteerd?
Vraag 4 c.Welk goed is hier gekocht?
Slide 18 - Slide
Rekenen met btw.
Vul de ontbrekende gegevens in?
Bedrag
BTW 9% over bedrag
Bedrag inclusief 9% btw
BTW 21% over bedrag
Bedrag inclusief 21% btw
€ 10
€ 0.09
€ 0,21
€ 18
€ 3,78
€ 0,27
Slide 19 - Slide
Begrippen
Directe belasting: zijn belastingen die door overheden op directe wijze worden geheven
Indirecte belasting : Zijn belastingen op goederen en diensten, zoals omzetbelasting, accijnzen en invoerheffingen
Btw (belasting toegevoegde waarde): Belasting die betaald wordt bij de aankoop van goederen en diensten
Accijns : belasting waarmee de overheid de consumptie van goederen afremt.