Overdrijving (iets erger/groter maken)
Imiteren (iets of iemand nadoen)
Woordspeling (woorden creatief gebruiken: Haak 'm an)
Ironie (spotten met iets door het tegenovergestelde te zeggen)
Understatement (iets afzwakken, minder groot maken)
Anticlimax (tegenovergestelde van een climax, teleurstelling)