What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Week 16 Nationale bijentelling
Week 16
Nationale bijenteldag
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Week 16
Nationale bijenteldag
Slide 1 - Slide
Lees de inleiding van de tekst.
Waarom is er de Nationale Bijentelling?
A
Mensen willen graag weten hoeveel bijen er in hun tuin of op hun balkon zitten.
B
Onderzoekers kunnen door de telling te weten komen hoe het met de bijen gaat.
C
Onderzoekers willen dat mensen alle insecten in Nederland gaan tellen voor hun onderzoek.
Slide 2 - Quiz
Lees het stukje "Heel veel soorten."
Welke bijen leven met heel veel bij elkaar in een korf of nest?
Slide 3 - Open question
Lees het stukje "Eten."
Waarom zijn bijen belangrijk voor mensen?
Slide 4 - Open question
Vind jij de Nationale Bijentelling belangrijk?
En wil je meedoen? Waarom wel of waarom niet?
Slide 5 - Open question
Lees het stukje "Problemen."
Hoe komt het dat bijen het moeilijk hebben? Er zijn twee antwoorden goed.
A
Er zijn niet overal bloemen en planten meer.
B
Er zijn nieuwe ziektes die veel bijen hebben.
C
Er zit soms gif op groenten en fruit.
D
Er zijn te weinig mensen die voor bijen willen zorgen.
Slide 6 - Quiz
Lees het stukje "Helpen."
Hoe kun je bijen helpen? Er zijn twee antwoorden goed
A
Je kunt bloemen planten.
B
Je kunt informatie geven aan andere mensen.
C
Je kunt meedoen aan de Nationale Bijentelling.
D
Je kunt minder vruchten en groenten eten.
Slide 7 - Quiz
Lees regel 12. Daar staat: En ze maken honing.
Wie of wat wordt bedoeld met "ze"?
A
insecten (regel 7)
B
honingbijen (regel 10)
C
wilde bijen (regel 13)
Slide 8 - Quiz
Staat dat woord één zin eerder?
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quiz
Lees regel 24-25. Daar staat: En door het werk van de bij kan die groeien.
Wie of wat wordt bedoeld met "die"?
A
de bij (regel 17)
B
de vrouwtjesbloem (regel 19)
C
de vrucht of groente (regel 19)
Slide 10 - Quiz
Staat dat woord één zin eerder?
A
ja
B
nee
Slide 11 - Quiz
Lees regel 31-32. Daar staat: Zo zorgen ze ervoor dat er geen ziektes in hun planten komen.
Wie of wat wordt bedoeld met "ze"?
Slide 12 - Open question
Staat dat woord één zin eerder?
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quiz
Lees regel 39-40 Daar staat: En daardoor weten ze hoe het met de bijen gaat.
Wie of wat wordt bedoeld met "ze"?
Slide 14 - Open question
Staat dat woord één zin eerder?
A
ja
B
nee
Slide 15 - Quiz
More lessons like this
Nationale bijentelling
April 2022
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Nationale bijentelling
June 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Nationale bijentelling
April 2022
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Nationale bijentelling - Het Kwadrant
April 2022
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Nieuwsbegrip Bijentelling
May 2022
- Lesson with
16 slides
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 4,5
Leesvaardigheid Bijentelling
May 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Leesvaardigheid Bijentelling
April 2022
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Nieuwsbegrip Bijentelling- klas 3A
April 2022
- Lesson with
20 slides
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 7