Ontdek de muzikale elementen

Ontdek de muzikale elementen

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je de muzikale elementen herkennen en benoemen.

Introduceer de leerdoelen van de les. Leg uit wat de leerlingen aan het einde van de les kunnen.

Wat weet je al over muzikale elementen?

Wat zijn muzikale elementen?

Muzikale elementen zijn de bouwstenen van muziek. Het zijn de onderdelen waaruit muziek is opgebouwd.

Definieer wat muzikale elementen zijn. Geef voorbeelden van muzikale elementen.

Tempo

Tempo is de snelheid van de muziek. Het kan snel, gemiddeld of langzaam zijn.

Leg het concept van tempo uit. Laat voorbeelden van muziek zien met verschillende tempi.

Melodie

De melodie is de reeks tonen die samen een liedje vormen en die je kunt neuriën of zingen.

Beschrijf de melodie als een muzikaal element. Laat voorbeelden zien van liedjes met verschillende melodieën.

Dynamiek

Dynamiek is de luidheid of zachtheid van de muziek. Het kan hard, zacht of ergens daartussenin zijn.

Leg het concept van dynamiek uit. Laat voorbeelden van muziek zien met verschillende dynamiek.

Toonsoort

Toonsoort verwijst naar de groep noten die in een liedje worden gebruikt. Het kan majeur of mineur zijn.

Beschrijf toonsoort als een muzikaal element. Laat voorbeelden zien van liedjes met verschillende toonsoorten.

Ritme

Het ritme is de manier waarop de muziek is georganiseerd in tijd. Het kan eenvoudig of complex zijn.

Leg het concept van ritme uit. Laat voorbeelden van muziek zien met verschillende ritmes.

Harmonie

Harmonie is de manier waarop akkoorden van muziek samenwerken en een muzikaal geheel vormen.

Beschrijf harmonie als een muzikaal element. Laat voorbeelden zien van liedjes met verschillende harmonieën.

Oefenen

Luister naar een nummer en identificeer de verschillende muzikale elementen die erin voorkomen.

Geef de leerlingen de opdracht om een liedje naar keuze te beluisteren en de verschillende muzikale elementen te noteren.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.