RL2-2

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd in
1 / 41
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd in

Slide 1 - Slide

Last week I (stay) at a youth hostel

Slide 2 - Open question

Duncan (telephone) a hotel yesterday

Slide 3 - Open question

Duncan and I (walk) the Pennine way

Slide 4 - Open question

Grinlow Hall (look) like a castle

Slide 5 - Open question

When we walked in the hills, it (start) to rain

Slide 6 - Open question

In the afternoon it (rain) very hard

Slide 7 - Open question

Hans and Duncan (want) to stay one night

Slide 8 - Open question

Hans (change) for the supper

Slide 9 - Open question

Wat zeg je?

Slide 10 - Slide

Je ziet dat de jeugdherberg heel groot is. Wat zeg je?

Slide 11 - Open question

Je stelt je vriend voor op te schieten voordat het weer gaat regenen. Wat zeg je?

Slide 12 - Open question

De beheerder zegt dat je een formulier moet invullen. Wat zegt hij?

Slide 13 - Open question

Hoe zeg je?

Slide 14 - Slide

Hebben jullie vragen?

Slide 15 - Open question

Je paspoort is in orde

Slide 16 - Open question

Alphabet
Waar rijmt het op?

Slide 17 - Slide

A
A
Thee
B
sta
C
besef
D
mie

Slide 18 - Quiz

B
A
Thee
B
sta
C
besef
D
mie

Slide 19 - Quiz

C
A
Thee
B
sta
C
besef
D
mie

Slide 20 - Quiz

D
A
Thee
B
sta
C
besef
D
mie

Slide 21 - Quiz

E
A
Thee
B
sta
C
besef
D
mie

Slide 22 - Quiz

F
A
Thee
B
sta
C
besef
D
mie

Slide 23 - Quiz

G
A
Thee
B
sta
C
besef
D
mie

Slide 24 - Quiz

H
A
day
B
vlaai
C
besef
D
greetsj

Slide 25 - Quiz

I
A
day
B
vlaai
C
besef
D
greetsj

Slide 26 - Quiz

J
A
day
B
vlaai
C
besef
D
greetsj

Slide 27 - Quiz

K
A
day
B
vlaai
C
besef
D
greetsj

Slide 28 - Quiz

L
A
day
B
vlaai
C
bevel
D
greetsj

Slide 29 - Quiz

O
A
hoe
B
HU
C
ho ho ho
D
bou

Slide 30 - Quiz

P
A
Thee
B
sta
C
besef
D
mie

Slide 31 - Quiz

Q
A
hoe
B
uu
C
vlaai
D
mie

Slide 32 - Quiz

R
A
gaar
B
ster
C
door
D
mier

Slide 33 - Quiz

T
A
thee
B
sta
C
door
D
mie

Slide 34 - Quiz

U
A
hoe
B
uu
C
vlaai
D
mie

Slide 35 - Quiz

V
A
Thee
B
sta
C
besef
D
mie

Slide 36 - Quiz

W
A
hoe
B
uu
C
vlaai
D
mie

Slide 37 - Quiz

X
A
tiks
B
heks
C
mes
D
mie

Slide 38 - Quiz

Y
A
day
B
vlaai
C
besef
D
greetsj

Slide 39 - Quiz

Z
A
Thee
B
sta
C
besef
D
mie

Slide 40 - Quiz

DAT WAS HET!

Slide 41 - Slide