3.3 Wat betaalt de consument?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

4 BASIS / KADER

3.3 Wat betaalt de consument?

Lesdoelen 3.3

• Je kan benoemen wat BTW is (b/k)
•  Je kan de verkoopprijs berekenen (b/k)
• Je kan de verkoopprijs berekenen aan de hand van de inkoopprijs (k)
• Je kan de consumentenprijs berekenen (b\k)
• Je weet wat het verschil is tussen verkoopprijs inclusief BTW en exclusief BTW  (b/k)
• Je kan benoemen wat de kosten en opbrengsten zijn van productie voor de samenleving (k)

Van inkoopprijs tot consumentenprijs

Inkoopprijs + brutowinstmarge = verkoopprijs

verkoopprijs + btw

= consumentenprijs

Brutowinstmarge

Inkoopprijs + brutowinstmarge = verkoopprijs

Brutowinstmarge: het bedrag dat je optelt bij de inkoopprijs om de verkoopprijs te berekenen. Een deel daarvan gaat op aan bedrijfskosten.

Consumentenprijs

verkoopprijs + btw = consumentenprijs

100%                + 21% = 121%

De consumentenprijs is de prijs die jij betaalt voor een product in de winkel.

Van verkoopprijs naar consumentenprijs

De verkoopprijs van een jas is € 125,00.

De btw is 21%.

De consumentenprijs (wat betaal je in de winkel):

€125,00 : 100 x 21 en dat tel je bij de €125,00 op OF €125,00 : 100 x 121

€ 125,00 : 100 x 21 = € 26,25

€ 125,00 + € 26,25 = € 151,25

Terugrekenen van consumentenprijs naar verkoopprijs

De consumentenprijs van een product is € 159,95.

De btw is 21%.

De verkoopprijs:

€ 159,95 : 121 x 100 = € 132,19

MVO

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

• bedrijven houden zoveel mogelijk rekening met de gevolgen van de productie voor mens en milieu

Produceren heeft gevolgen

Maatschappelijke opbrengsten, denk aan werkgelegenheid en welvaart.

Maatschappelijke kosten, denk aan de gevolgen voor het milieu.

De prijs is 60 euro exclusief 6% btw.
Bereken de prijs inclusief btw.

De prijs is 83,49 euro inclusief 21% btw.
Bereken de prijs in euro's exclusief btw.

De consumentenprijs is de verkoopprijs exclusief btw.

1. juist
2. onjuist

Wat is btw?

1. belasting toenemende waarde
2. belasting toegevoegde waarde
3. belasting toegevoegde winkel
4. belasting tegen waarde

Waar staat MVO voor?

1. Maatschappelijk Voogdelijk Ondernemen
2. Miniscuul verantwoord overschot
3. Maatschappelijk verantwoord ondernemen

De bakker heeft een nieuwe oven gekocht voor €2500.
Over 5 jaar verwacht hij een nieuwe te kopen voor €3000.
Hij verwacht de oude dan in te kunnen ruilen en er €750 voor te krijgen.
Bereken de afschrijving per jaar.

1. €600
2. €1250
3. €450
4. €350

Er zijn 4 productiefactoren, welk antwoord is geen productiefactor?

1. Natuur
2. Werk
3. Arbeid
4. Kapitaal

Hoe bereken je de verkoopprijs?

Hoe bereken je de consumentenprijs?

Wat zijn de kosten en opbrengsten van productie voor de samenleving?