enquête wat is de kennis van de leerling over krachten.

enquête wat is de kennis van de leerling over krachten.
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

enquête wat is de kennis van de leerling over krachten.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Bekijk de plaatjes en geef antwoord op de volgende vragen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Ik kan met behulp van gegevens de uitrekking van een veer aflezen.
A
meestal wel
B
niet altijd

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Ik kan met behulp van gegevens de tabel een grafiek tekenen.
A
meestal wel
B
niet altijd

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Bekijk de plaatjes en geef antwoord op de volgende vragen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Ik kan met behulp van een krachtenschaal de grootte van een kracht berekenen.
A
meestal wel
B
niet altijd

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Ik kan met behulp van een krachtenschaal een kracht tekenen.
A
meestal wel
B
niet altijd

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Ik weet dat de formule voor de zwaartekracht Fz = m x 10 is.
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Ik weet dat bij formule voor de zwaartekracht de massa in kg moet.
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Ik de zwaartekracht berekenen als de massa bekend is.
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Ik de massa berekenen als de zwaartekracht bekend is.
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Bekijk de plaatjes en geef antwoord op de volgende vragen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Ik kan wanneer er meerder krachten getekend zijn de netto kracht uitrekenen.
A
meestal wel
B
niet altijd

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Bekijk de plaatjes en geef antwoord op de volgende vragen.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Ik van een tekening van een hefboom aflezen wat krachten zijn .
A
meestal wel
B
niet altijd

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Ik van een tekening van een hefboom aflezen wat de armen zijn .
A
meestal wel
B
niet altijd

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Bekijk de plaatjes en geef antwoord op de volgende vragen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Ik van een tekening van een hefboom aflezen wat de vergrotingsfactor is.
A
meestal wel
B
niet altijd

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Ik van bij een hefboom als er drie gegevens bekend zijn de vierde onbekende uitrekenen.
A
meestal wel
B
niet altijd

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Bekijk de plaatjes en geef antwoord op de volgende vragen.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Ik kan de formule van de druk in de Binas opzoeken. .
A
meestal wel
B
niet altijd

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

De formule van de druk is p = F / A.
Ik kan de formule goed ombuigen als de kracht gevraagd wordt.
A
meestal wel
B
niet altijd

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Hoe ziet de formule eruit:
Als de druk en het oppervlakte bekend is en de kracht wordt gevraagd.
A
F = p / A
B
F = A / p
C
F = p x A

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

De formule van de druk is p = F / A.
Ik kan de formule goed ombuigen als het oppervlakte gevraagd wordt.
A
meestal wel
B
niet altijd

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Hoe ziet de formule eruit:
Als de druk en de kracht bekend is en het oppervlakte wordt gevraagd.
A
A = p / F
B
A = F / p
C
A = p x F

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Bekijk de plaatjes en geef antwoord op de volgende vragen.
Fz = 5 N

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Ik kan met deze gegevens
de druk van de steen uitrekenen
Fz = 5 N
A
meestal wel
B
niet altijd

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

De officiële eenheid van druk is Pascal (Pa) dat is het zelfde als N/m2. Ik kan dit omrekenen naar N/cm2.
A
meestal wel
B
niet altijd

Slide 28 - Quiz

m2