Week 47

Monday 1st lesson
Goal: Je weet hoe en wanneer past simple en present perfect te gebruiken en wat het verschil is. 
Je weet wat bijvoegelijke naamwoorden en bijwoorden zijn en hoe je ze moet gebruiken
1. Introduction, tomorrow test ! Magister
2. Repeat past simple/present perfect
3.  explain grammar number 3 TB p.43 (in pairs)
4. ex. 24 t/m 30 finished + grammar ex.
5. Finish class
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Monday 1st lesson
Goal: Je weet hoe en wanneer past simple en present perfect te gebruiken en wat het verschil is. 
Je weet wat bijvoegelijke naamwoorden en bijwoorden zijn en hoe je ze moet gebruiken
1. Introduction, tomorrow test ! Magister
2. Repeat past simple/present perfect
3.  explain grammar number 3 TB p.43 (in pairs)
4. ex. 24 t/m 30 finished + grammar ex.
5. Finish class

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Today's second lesson
1. Introduction: this week all ex. F, G ,grammar
2. G stone 8,9: GOAL: Je kent uitdrukkingen waarmee je aangeeft dat je met iemand meevoelt en uitdrukkingen waarmee je iemand geruststelt en advies geeft !
3. TEXTBOOK page 36,37,38,39 discuss together
4. ex. 31, 32, 33, 34, 35, 36
5. Finish class: check goals !

Slide 3 - Slide

Thursday 
goal: At the end of the lesson, you know when to use: Past simple/present perfect, adverbs/adjectives
1. Introduction, magister, absence, homework, Tuesday's test results ! Rogier
2. Repeat grammar
3. Groups: 1. explain grammar :Anouk,                                     Jelmer, Lydia (Jesper, Charyl).
                      2. Finish ex. all (F,G, grammar)
4. Thanksgiving, what is it ?
5. finish class                       



Slide 4 - Slide

Past simple/present perfect
goal: How to make both tenses and what is the difference
Past simple
-ed (regelmatig werkwoord) of 2e rijtje (onregelmatig werkwoord)
Keywords: Yesterday, when I was young, last week
Present perfect:
Have/has + -ed (regelmatige werkwoord) of 3e rijtje (onregelmatig werkwoord)
Keywords: for, yet, never , ever      before, recently, until, lately,     just, always, already, since

Slide 5 - Slide

QUESTIONS and tell me why !
Past simple or present perfect !
1. I    ................       (to see) her in town last week.
2. They .......................(to invent) this in 1884

3. People ...............( to explore) space for many years now.
4. Sheila.............. (to break) her arm, she can not take the test.

Slide 6 - Slide

bijvoegelijke nw/bijwoorden
Hoe 'maak' ik een bijwoord in het Engels:
1.- ly achter het bijvoegelijke naamwoord 
uitzonderingen: bijvoegelijke naamwoorden eindigen op:
ic : fantastic wordt fatastically
le : terribly wordt terribly
medeklinker + y : easy wordt easily

Slide 7 - Slide

vervolg
2. Bijvoelijke naamwoord good wordt well, maar:
fast - fast      high- high
long - long  hard - hard
fair - fair
low - low
3. Bij koppelwerkwoorden zoals: to be (is,am,are, was, were), to feel, to seem, to look ,to sound ,to taste, to smell BLIJFT altijd bijvoegelijke vorm

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide