3.4 Formules met letters


Welkom bij wiskunde!
Ga zitten en pak je spullen erbij.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson


Welkom bij wiskunde!
Ga zitten en pak je spullen erbij.

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Huiswerk.
  • Terugblikken.
  • 3.4 Formules met letters.
  • Aan de slag!

Slide 2 - Slide

Huiswerk
opg. 37 en 40.

Slide 3 - Slide

Terugblikken
  bedrag = 5 + 2 ∙ aantal km is een woordformule.

  • Een woordformule is een som met                                                   meer dan 1 uitkomst.
  • Je stopt er elke keer een andere                                                 waarde in. Hier: aantal km.
  • Je krijgt ook elke keer een andere uitkomst.

Slide 4 - Slide

Letters in formules
1
2
Bij het huren van een spelcomputer hoort de woordformule:

Slide 5 - Slide

Voorbeeld:  ik huur een spelcomputer. De kosten die ik moet betalen zijn te berekenen met de formule:

                                          kosten = 10 + 5∙d

Hoeveel moet ik betalen als ik de spelcomputer 2 dagen huur?

Slide 6 - Slide

huurprijs = 15 + 5∙d

Hoeveel moet ik betalen voor 3 dagen?
A
20
B
10
C
30
D
25

Slide 7 - Quiz

Ander voorbeeld:  Elaine bezorgt pizza's. Het bedrag dat ze verdient is te berekenen met de formule:

                                          bedrag = 4 + 2∙a
a = aantal pizza's.
 Hoeveel verdient ze als ze 10 pizza's bezorgt?

Slide 8 - Slide

Hoeveel verdient Elaine als ze 15 pizza's bezorgt?

bedrag = 4 + 2∙a
A
30
B
35
C
40
D
34

Slide 9 - Quiz

Instructievideo letters in formules

Slide 10 - Slide

Aan de slag!

Maken:
47, 49, 51, 52
Klaar? Kijk je werk na.


timer
5:00

Slide 11 - Slide