Opsomming tegenstelling voorbeeld

Welkom bij Nederlands!
Pak je schrift, boek en pen.
START: Bedenk hoe je weet dat er in een tekst
voorbeeld wordt gegeven of iets wordt opgesomd. Schrijf het achterin je schrift!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Pak je schrift, boek en pen.
START: Bedenk hoe je weet dat er in een tekst
voorbeeld wordt gegeven of iets wordt opgesomd. Schrijf het achterin je schrift!

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Info
  • Nabespreken startopdracht
  • Nieuwe werkwijze
  • Lezen uitleg
  • ZS: H3, Lezen
  • ZF: H3, Lezen
  • Nabespreken les
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide



Denken, delen, uitwisselen

Je hebt net achterin je schrift opgeschreven hoe je een opsomming of voorbeeld herkent.


Nu gaan jullie met elkaar delen: overleg met je buur.  Ik wil van elk tweetal één uitleg voor opsomming en één voor voorbeeld. Schrijf het weer op!



Vandaag
  • Info
  • DDU
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide



Denken, delen, uitwisselen

Nu gaan we het uitwisselen met elkaar.


Ik vraag kris kras wat jullie als tweetal hebben als antwoord.

Luister goed naar elkaar of je hetzelfde hebt!

Vandaag
  • Info
  • DDU
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 4 - Slide



Info
Vandaag beginnen we met H3: Lezen.

Het PW is nagekeken. Die bespreken we straks na. 


We gaan vanaf vandaag anders te werk.
Vandaag
  • Info
  • DDU
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 5 - Slide



Werkwijze
Zoals je aan het plattegrond werken we nu anders.
Ik heb drie groepen:
Paars - luistert naar extra uitleg
Blauw - luistert naar uitleg en werkt dan zelf
Groen - mag meteen zelf aan de slag.

Ik verwacht dat iedereen dus goed aan de slag gaat.


Vandaag
  • Info
  • DDU
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 6 - Slide



Doel vandaag
  • Je kunt twee signaalwoorden noemen die horen bij een opsomming.
  • Je kunt twee signaalwoorden noemen die horen bij een tegenstelling.
  • Je kunt twee signaalwoorden noemen die horen bij een voorbeeld.
Vandaag
  • Info
  • DDU
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 7 - Slide



Aan de slag!

De groene groep gaat vast aan 

het werk. Lees de opdracht goed.


De anderen openen hun schrift achterin!

 

Huiswerk: H3, Lezen, opdr. 1 & 2.

Vandaag
  • Info
  • DDU
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 8 - Slide



Tekstverband
Met signaalwoorden herken je een tekstverband.

Wat heeft het ene woord met het andere te maken?
Wat heeft de ene zin met de andere te maken?

Door signaalwoorden begrijp je een tekst beter.
Vandaag hebben we het over:
  • Opsomming
  • Tegenstelling
  • Voorbeeld (toelichting)

Vandaag
  • Info
  • DDU
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 9 - Slide



Opsomming
Na elkaar opnoemen van punten of onderdelen die bij elkaar horen.


Te herkennen aan:
Ten eerste, ten tweede, ook, bovendien, verder, tot slot
Vandaag
  • Info
  • DDU
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 10 - Slide



Tegenstelling
Twee dingen in de tekst worden tegen over elkaar gezet.

Signaalwoorden:

tegenover, maar, hoewel, echter, 
toch, daarentegen
Deze horen bij elkaar:
aan de ene kant... aan de andere kant
Vandaag
  • Info
  • DDU
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 11 - Slide



Voorbeeld
Soms wordt er in een tekst een voorbeeld gegeven (ook: toelichting).

Signaalwoorden: 
zoals, bijvoorbeeld, zo, neem nou, denk aan, onder andere, ter illustratie.
Vandaag
  • Info
  • DDU
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 12 - Slide



Aan de slag!

De blauwe groep kan aan het werk!

Met de paarse groep kijken we nog even naar de opdracht.


Huiswerk: H3, Lezen, opdr. 1 & 2.

Vandaag
  • Info
  • DDU
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 13 - Slide



Aan de slag!

Pak opdr. 1 (pag. 83) erbij.

We nemen hem even samen door.


Huiswerk: H3, Lezen, opdr. 1 & 2.

Vandaag
  • Info
  • DDU
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 14 - Slide



ZS
  • Je werkt voor jezelf en in stilte.
  • Je weet wat je moet doen.


Je maakt H3, Lezen.

Klaar? Je kunt verder werken aan Lezen.

Ook klaar? Je kunt nakijken.


Huiswerk: H3, Lezen, opdr. 1 & 2.

Vandaag
  • Info
  • DDU
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 15 - Slide



ZF
  • Je werkt voor jezelf. Je mag fluisterend overleggen.
  • Je weet wat je moet doen.


Je maakt H3, Lezen.

Klaar? Je kunt verder werken aan Lezen.

Ook klaar? Je kunt nakijken.


Huiswerk: H3, Lezen, opdr. 1 & 2.

Vandaag
  • Info
  • DDU
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 16 - Slide



Doel vandaag
  • Je kunt twee signaalwoorden noemen die horen bij een opsomming.
  • Je kunt twee signaalwoorden noemen die horen bij een tegenstelling.
  • Je kunt twee signaalwoorden noemen die horen bij een voorbeeld.
Vandaag
  • Info
  • DDU
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 17 - Slide



Doel behaald?
Ik doe een snelrondje, je noemt een signaalwoord van:
  • Opsomming
  • Tegenstelling óf
  • Voorbeeld
Dubbele mogen niet!
Vandaag
  • Info
  • DDU
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 18 - Slide

Afsluiting

Huiswerk: H3, Lezen, opdr. 1 & 2.

Slide 19 - Slide