Het voltooid deelwoord is de voltooide vorm van een werkwoord en wordt vaak gebruikt in combinatie met 'hebben' of 'zijn'. Bij regelmatige werkwoorden wordt het voltooid deelwoord gevormd door '-d' of '-t' toe te voegen aan de stam van het werkwoord. Bij onregelmatige werkwoorden moet je het voltooid deelwoord uit je hoofd leren. Bij werkwoorden die in combinatie met 'hebben' worden gebruikt, wordt het voltooid deelwoord gevormd zoals bij regelmatige werkwoorden. Bij werkwoorden die in combinatie met 'zijn' worden gebruikt, wordt het voltooid deelwoord gevormd door '-d' of '-t' toe te voegen aan het hele werkwoord.