11 jan: herhaling les 14

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom klas!

Communiceren doe je samen 2

Welkom vwo 4B

Op tafel:

Kern oefenboek, map, pen.

Telefoon in het zakkie en rechtsboven op je tafel óf in je tas en daar blijft 'ie dan ook. 

Communiceren doe je samen 2

Herhaling les 14

Tekst bespreken

Vandaag donderdag 11 januari:

Leerdoelen

1. R
2. T1
3. T2
4. I

Aantrekkelijk formuleren:

- zinsbouw en zinslengte: variatie (of juist parallellie)

spreken is zilver, zwijgen is goud

- woordkeuzen: synoniemen en verwijswoorden

- niet te veel archaïsmen en neologismen

gaarne i.p.v. graag, brexit

- voorbeelden

-  stijlfiguren: ironie, hyperbool, climax, eufemisme

-  beeldspraak: vergelijking met verbindingswoord, metafoor

- persoonlijk taalgebruik: vermijd de lijdende vorm

Maak de zin levendig af:

Mijn zusje speelt viool, zoals ... 

Communiceren doe je samen 2

Schrijf de antwoorden in je schrift:

1. Zoek of bedenk vijf woorden die je als neologismen kunt beschouwen.

2. Schrijf een kort tekstje waarin je alle vijf de woorden gebruikt.

Communiceren doe je samen 2

Pak je oefenboek en je gemaakte huiswerk erbij. 

Noem een voorbeeld hoe de auteur technieken inzet om het verhaal aantrekkelijk te maken met persoonlijk taalgebruik (7a).

Noem een voorbeeld hoe de auteur technieken inzet om het verhaal aantrekkelijk te maken met zinslengte (7b).

Noem een voorbeeld hoe de auteur technieken inzet om het verhaal aantrekkelijk te maken met voorbeelden (7c).

Noem een voorbeeld hoe de auteur technieken inzet om het verhaal aantrekkelijk te maken met beeldspraak (7d).

Noem een voorbeeld hoe de auteur technieken inzet om het verhaal aantrekkelijk te maken met stijlfiguren (7e).

Waar zie je een vorm van rijm terug? (8)

Wat is het effect van de rij van bijvoeglijk naamwoorden: wapperende kledingstukken, tuimelende mensen (9)

Leg uit hoe de fantasie van de schrijver als metafoor geldt (10)?

Communiceren doe je samen 2

Communiceren doe je samen 2

Communiceren doe je samen 2

Communiceren doe je samen 2

Communiceren doe je samen 2

Communiceren doe je samen 2

Communiceren doe je samen 2

Begrippen uit deze les

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd.

Stel 1 vraag over iets wat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen.