Strux 1 Omgaan met klanten - telefoneren

• Praktijk omgaan met klanten StruX1
• MBO
• Studiejaar 1

Boodschap: iemand heeft gisteren gebeld, bel aub morgen terug.
Wat ontbreekt er?

Wat zeg jij als je de telefoon opneemt?

WAT MOET JE GOED KUNNEN ALS JE DE TELEFOON AANNEEMT?

1. Goed kunnen luisteren (aandacht)
2. De Nederlandse taal spreken
3. Je eigen mening geven
4. Vriendelijk en beleefd zijn (respect)

Alle 4  goed!

Welke kwaliteiten noemen ze in het volgende filmpje?

01:29

de genoemde kwaliteit is:

1. zelfvertrouwen
2. sociaal zijn
3. onbeleefd
4. flexibel

01:36

2 Andere kwaliteiten die hier genoemd worden:

1. vriendelijk en correct
2. beleefd en rustig
3. kunnen samenwerken en open voor advies
4. blij en hulpvaardig

Waarvoor gebruik je dit?

Hoe heet dit tijdens het telefoneren

Wat betekent dit signaal?

00:13

Met welke woorden neemt de receptionist de telefoon op?

00:39

Vind je dat hij goed is voorbereid? Waarom wel/niet?

00:52

Noem 5 dingen die zij noteert tijdens dit gesprek

00:52

Wat zegt de receptioniste aan het begin van het gesprek?

01:56

Wat doet zij aan het einde van het gesprek en waarom?

03:05

Wat zegt deze receptionist ter afsluiting?

wat ging er NIET goed aan dit gesprek?

Wat ging er goed?