3. Richtingaanwijzers tijdens inhalen
Voor het inhalen
Controleer je eerst of je daar links mag inhalen en of het inhalen veilig kan gebeuren.
Pas als alles veilig is, zet je de linker richtingaanwijzer aan. Je rijdt naar links. De richtingsaanwijzer blijft aan.
Tijdens het inhalen
Zodra je links rijdt, zet de richtingsaanwijzer uit. Je haalt het voertuig in. De richtingsaanwijzer blijft uit.
Terug naar rechts
Als je voorbij het voertuig bent gereden, zet je de rechterrichtingaanwijzer aan. Je rijdt terug naar rechts. Je zet de richtingaanwijzer uit. Je hebt het voertuig ingehaald.