This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
MAW presentatie deel 1
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Dat mensen niet meer bij een groep horen kan drie soorten oorzaken hebben. Welke drie?
Slide 24 - Open question
Noem de 5 functies van politieke partijen
Slide 25 - Open question
Leg uit hoe informalisering kan leiden tot een afname van gezag van beroepsgroepen die sociale controle uitvoeren. Noem minstens één van die beroepsgroepen in je antwoord.
Slide 26 - Open question
Geef drie nadelen van sociale controle. .
Slide 27 - Open question
Leg uit wat de veiligheidsutopie in onze samenleving inhoudt.
Slide 28 - Open question
KERNCONCEPT Groepsvorming (1)
die tussen meer dan twee tot stand komen, doordat ze elkaar en gemeenschappelijke ontwikkelen.
bindingen
mensen
beinvloeden
normen en waarden
Slide 29 - Drag question
Om welke sociale controle gaat het als een leerkracht een leerling voor de laatste keer waarschuwt.
A
Informele sociale controle
B
Formele sociale controle
Slide 30 - Quiz
52% van de vvd stemmers is tegen de nieuwe donorwet. VVD kamerleden stemden allen voor.
A
er is sprake van representatie
B
er is sprake van representativiteit
C
er is geen sprake van representatie
D
er is geen sprake van representativiteit
Slide 31 - Quiz
Moderne school
Klassieke school
Daderrecht
Daadrecht
Criminelen kiezen bewust om criminele handelingen te doen.
Gelegenheidstheorie
Anomietheorie
Ettiketeringstheorie
Bindingstheorie
Of mensen de criminaliteit ingaan hangt af van hun omgeving.
Slide 32 - Drag question
KERNCONCEPT Sociale cohesie (1)
Het aantal en de die mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar hebben, het te zijn, van een gemeenschap, de mate van verantwoordelijkheid voor , en de mate waarin anderen daar ook een beroep op kunnen doen.
kwaliteit van de bindingen
gevoel een groep
lid te zijn
elkaars welzijn
Slide 33 - Drag question
Gelegenheidstheorie
Bindingstheorie
Anomietheorie
Ettiketeringstheorie
De overheid doet te weinig om allochtone jongeren aan het werk te krijgen.
Als zij mij niet had, was ze al lang in de gevangenis beland.
Die fiets stond niet op slot, dus kon ik 'm wel meenemen.
Jongens die in Noord wonen en op straat hangen zijn vaak crimineel.
Slide 34 - Drag question
Om welk type binding gaat het?
'Kinderen leren lezen met behulp van hun leerkracht.'
A
Affectieve binding
B
Cognitieve binding
C
Economische binding
D
Politieke binding
Slide 35 - Quiz
Om welk type binding gaat het?
'Bij je vriendengroep heb je vaak het gevoel dat je er wel bij hoort.'