*Formuleren H3

Formuleren H3
Verbanden tussen (delen van) zinnen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Formuleren H3
Verbanden tussen (delen van) zinnen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 
Na deze les...

... kun je verschillende verbindingswoorden gebruiken

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Verbindingswoorden
Voeg zinnen a en b samen met behulp van een verbindingswoord. Probeer zoveel mogelijk  verschillende verbindingswoorden te gebruiken. Je mag de volgorde van de zinnen en de woorden in de zinnen veranderen. Je mag elk verbindingswoord maar 1x gebruiken.

a Ik kleed me heel mooi aan.
b Ik ga naar een feest

Slide 4 - Slide

Verbanden tussen (delen van) zinnen
De zinnen van een tekst houden verband met elkaar. De schrijver van een tekst maakt de tekst duidelijker door verbanden aan te geven. 

Slide 5 - Slide

Opsomming
om te beginnen, ook, bovendien, en, daarnaast, vervolgens, verder, ten slotte

Slide 6 - Slide

Tegenstelling
maar, toch, echter, desondanks, aan de ene kant ... aan de andere kant, daar staat tegenover

Slide 7 - Slide

Tijd (chronologie)
eerst, daarna, dan, toen, eens, vroeger, nu, ooit, later, voordat, nadat, uiteindelijk

Slide 8 - Slide

Oorzaak-gevolg
daardoor, doordat, als gevolg van

Slide 9 - Slide

Reden
daarom, dus, omdat, want, namelijk, immers

Slide 10 - Slide

Toelichting (voorbeeld)
zo, bijvoorbeeld, neem nou, zoals

Slide 11 - Slide

Conclusie/samenvatting
kortom, dus, daarom, al met al, samengevat

Slide 12 - Slide

Voorwaarde
als (...dan), indien, tenzij, wanneer

Slide 13 - Slide

Noteer het verband tussen de twee zinnen of de twee delen van de zin. Noteer ook het signaalwoord.
In de zomervakantie zwem ik vrijwel elke dag. Ook ga ik vaak surfen.

Slide 14 - Open question

Noteer het verband tussen de twee zinnen of de twee delen van de zin. Noteer ook het signaalwoord.
Veel mensen lusten absoluut geen rijstepap. Daar zitten namelijk klontjes in.

Slide 15 - Open question

Noteer het verband tussen de twee zinnen of de twee delen van de zin. Noteer ook het signaalwoord.
De Hollandse keuken kent diverse stamppotten, zoals hutspot en boerenkool.

Slide 16 - Open question

Noteer het verband tussen de twee zinnen of de twee delen van de zin. Noteer ook het signaalwoord.
Als het morgen mooi weer is, gaan we een dagje naar Walibi.

Slide 17 - Open question

Noteer het verband tussen de twee zinnen of de twee delen van de zin. Noteer ook het signaalwoord.
Vroeger deden we niet aan kerstcadeautjes, maar tegenwoordig wel.

Slide 18 - Open question

Opdracht
Blz. 93: 
Maak opdracht 2 en 3

Of maak de opdrachten op Nieuw Nederlands online H3 formuleren

Slide 19 - Slide