Imparfait

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Chapitre 5 

''Thème: formidable'' 

Les buts d'aujourd'hui

• Ik kan de imparfait herkennen 
• Ik weet wanneer ik de imparfait moet gebruiken
• Ik kan de imparfait vervoegen
• Ik kan voorbeeldzinnen maken waarin ik de imparfait toepas

Welke tijden ken je al?

Vervoeg het werkwoord
''chanter'' in de tijden die je al kent
(ik vorm)

Répétition

Jullie hebben al een keer de Imparfait gehad!

- Wat is de imparfait?

- Hoe maak je het?

- Maak  1 voorbeeld zin in NL en FR.

- 15 minutes!

Jullie hebben al een keer de Imparfait gehad!
- Wat is de imparfait?
- Hoe maak je het?
- Maak 1 voorbeeld zin in NL en FR.

IMPARFAIT

Imparfait

• Onvoltooid verledentijd
• Situatie beschrijven / gewoonte / herhaling in he verleden

Par exemple:

Ik was / jij ging / wij liepen

J'étais / tu allais / nous marchions

Indien nodig, nogmaals uitleg imparfait. Kan ook aan degene die het nog niet snappen.

Comment faut-il le former

2 manieren: boek of docent

Volgens het boek: 

Regarder = kijken

1. Nous vorm van présent -->  regardons

2. -ons  --> regard

- uitgangen er achter plaatsen

Comment faut-il le former

Volgens docent:

Regarder = kijken

1. Heel ww - ir, re, of ir = stam --> regard

2 a. Bij ww op -er/-re: + uitgangen er achter

2 b. Bij ww op - ir: + iss + uitgangen erachter

wat zijn de uitgangen?

Let op uitzonderingen

Faire --> fais (je faisais = ik deed)

Avoir --> av (j'avais = ik had)

ww - ir = stam + iss + uitgang (finir --> fin --> finiss --> finissais)

(alleen bij regelmatige ww op -ir!)

Stam van regarder

Vervoeg in de imparfait (ik vorm):
regarder

Stam van faire

Vervoeg in n de imparfait (zij vorm):
faire

Stam van choisir

Vervoeg in de imparfait (wij vorm):
choisir

00:34

Maak de imparfait van: Je vole

Heb jij de doelen behaald?

Ik kan de imparfait herkennen
Ik weet wanneer ik de imparfait moet gebruiken
Ik kan de imparfait vervoegen
Ik kan voorbeeldzinnen maken waarin ik de imparfait toepas

1. ja
2. deels
3. nee

Est-ce qu tu as encore des questions?

1. OUI
2. NON

00:48

Welke 4 werkwoorden stonden er in de imparfait? Geef het hele werkwoord + de vorm die je hebt gezien

01:00

In welke tijd stonden deze zinnen?

01:34

Schrijf de zin ''Vous n'aurez plus d'enfants'' in de imparfait

03:09

Waar ging het liedje over?

Les devoirs

Fais exercices 14 + 15