introductiethema 1/2 en Prinsjesdag

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Planning

Lesdoelen

Nakijken

Prinsjesdag…..

Eventueel bezig met Hoofdstuk 3

Lesdoelen

-Aan het einde van de les weet en begrijp je de antwoorden op H1 en H2 en heb je de goede antwoorden ingevuld.

-Aan het einde van de les begrijp je wat Prinsjesdag inhoudt en kan je zelf financiële keuzes verantwoorden.

Nakijken

H1 : Vrijheid : Opd2, 3, 4, 5 en verwerkingsopdracht 1

H2: Rechten 1,2 3(alleen A), 4, verwerkingsopdrachten 1 en 2

Prinsjesdag........

Hoe ziet Prinsjesdag eruit? 

Zoek (en schrijf) op: Wat wordt er op deze dinsdag gedaan?

5 minuten en vervolgens terugkoppeling.  

Hoe verloopt het? 

Elke derde dinsdag van september : Prinsjesdag: Begin van een nieuw politiek jaar.

De koning is het hoofd van de regering. Daarom spreekt hij de Troonrede uit. Hierin staat een toelichting van de plannen van alle ministeries.

Vervolgens biedt de minister van Financiën het bekende koffertje aan de Tweede Kamer aan.

Hierin zitten de Rijksbegroting, waarin staat hoeveel geld elk ministerie waaraan besteedt.

En de Miljoenennota. Dit is een uitleg van de belangrijkste keuzes, plannen en kosten van de regering.

Na Prinsjesdag bespreken de ministers de Rijksbegroting (algemene beschouwingen) met de Tweede en Eerste Kamer. Is de meerderheid het ermee eens? Dan gaat deze op 1 januari in.

Rijksbegroting

-Inkomsten en uitgaven per ministerie

-Wordt door elke minister een stukje geschreven en samengevoegd.

Miljoenennota = de uitleg van de rijksbegroting

-Inkomsten en uitgaven voor heel Nederland

-Plannen van het kabinet voor volgend jaar

-Hoe staat Nederland er voor?

-Wordt samengesteld onder -verantwoordelijkheid van de minister van financiën

Je eigen troonrede/ begroting....

In groepjes van 4 ga je een eigen  begroting maken

Verdeel 100 miljoen over de volgende onderwerpen:

- Onderwijs

-Zorg                                                                                                    

-Leger

-Sociale zekerheid (uitkeringen en werk)

- Buitenland          

Overleg en leg per onderwerp uit waarom je dit een belangrijk/ minder belangrijk onderwerp vindt. (Ongeveer 15 min en dan terugkoppeling)

Prinsjesdag.... 

Welke tradities zijn er op Prinsjesdag?

Wat vind je van deze tradities?

Sinds wanneer bestaan Prinsjesdag?

Volg jij het?  

Zoek op/ Leg uit en overleg vervolgens de antwoorden met degene naast je.    10 minuten. 

Waar wordt de troonrede normaal gesproken voor gelezen?

1. Ridderzaal
2. Koninklijke schouwburg

Wie leest de troonrede voor?

1. De koning
2. De Minister-President

Wat staat er in de troonrede?

1. Wat de ministers het afgelopen jaar hebben gedaan
2. De plannen van de ministers voor het komende jaar

Hoe heet de vergadering van de Tweede Kamer vlak na Prinsjesdag?

1. Het debat
2. Het Prinsjesdag debat
3. De algemene beschouwingen

Wat overhandigt de minister van Financiën aan de Tweede Kamer?

1. Een koffertje met de Miljoenennota en rijksbegroting
2. Een koffertje met de troonrede

Terugkoppeling:

-Aan het einde van de les weet en begrijp je de antwoorden op H1 en H2 en heb je de goede antwoorden ingevuld.

-Aan het einde van de les begrijp je wat Prinsjesdag inhoudt en kan je zelf financiële keuzes verantwoorden.

Vooruitblik:

Volgende week : Weer bezig met het boek: Hoofdstuk 3 :)