H3: Rekenen en herleiden

Rekenen en herleiden
1 / 35
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Rekenen en herleiden

Slide 1 - Slide

Wat ga je vandaag leren?
Je weet hoe je breuken moet vermenigvuldigen

Je weet hoe je breuken moet optellen

Slide 2 - Slide

Breuken vermenigvuldigen
Breuken vermenigvuldigen
Breuken optellen
BADC=BDAC
ba+1ab1=
p2qt=
BA+DC=BDAD+CB
ba+1+ab1=
p+2qt=

Slide 3 - Slide

Zelf aan de slag
Basisroute: 3, 10, 12

Middenroute: 4, 11, 12

Uitdagende route: 7, 12, 13

Slide 4 - Slide

Verhoudingen

Slide 5 - Slide

Wat ga je vandaag leren?

Je kunt verhoudingen berekenen met behulp van een verhoudingstabel

Je kunt verhoudingen berekenen met behulp van de verhouding notatie

Slide 6 - Slide

Verhoudingen
In een bak liggen appels, peren en bananen in de verhoudingen 1 : 3 : 4.

a) Hoeveel bananen liggen er in de bak als er 24 stuks fruit liggen?
b) Hoeveel stuks fruit liggen er in de bak als er 4 peren meer dan appels in de bak liggen?

Slide 7 - Slide

Verhoudingen
In de een bos staan voor elke 2 eiken, 3 berken. Voor elke 5 berken, staan er 7 sparren. 

Wat is de verhouding eiken : berken : sparren?

Slide 8 - Slide

Zelf aan de slag
Basisroute: 16, 17, 19, 21

Middenroute: 17, 20, 21, 23

Uitdagende route: 20, 21, 23, 24

  

Slide 9 - Slide

Haakjes wegwerken en vergelijkingen met 2 variabelen

Slide 10 - Slide

Wat ga je vandaag leren?
Je kunt haakjes wegwerken en uitdrukkingen met haakjes herleiden

Je kent de standaard vorm van een vergelijking met 2 variabelen

Je kunt een variabele vrijmaken uit een vergelijking met 2 variabelen

Slide 11 - Slide

Haakjes wegwerken
Werk de haakjes weg en herleid:


4x22x(3x+1)2

Slide 12 - Slide

ax + by = c
Gegeven is 2x - 4y = 8

a) Teken de lijn
b) Bereken de richtingscoëfficiënt
c) Bereken a als (28, a) op de lijn ligt
d) Bereken de rc van de lijn 2x - 4y = 10
e) Maak x vrij bij 2x - 4y = 10

Slide 13 - Slide

Samenvattend
ax + by = c is een lineaire lijn door                en

ax + by = c is evenwijdig met ax + by = d

Maak y vrij, schrijf y als functie van x, druk y uit in x betekent allemaal: schrijf in de vorm y = ax + b
(0,bc)
(ac,0)

Slide 14 - Slide

Zelf aan de slag
Basisroute: 28, 30, 34, 36, 38

Middenroute: 28, 30, 35, 37, 38

Uitdagende route: 28, 30, 35, 38, 39

  

Slide 15 - Slide

Rekenen met procenten en wetenschappelijke notatie

Slide 16 - Slide

Wat ga je vandaag leren?
Je kunt verschillende berekeningen uitvoeren met procenten

Je kunt grote en kleine getallen schrijven in de wetenschappelijke notatie

Slide 17 - Slide

Procenten





Bijvoorbeeld: het aantal mensen dat in de jeugdzorg wilde werken nam in de periode 2012 - 2018 met 12,6% af tot 28400. Hoeveel mensen werkten in jeugdzorg in 2012?
Wat heb ik / is gevraagd
1%
100%
Procenten
Absolute waarde

Slide 18 - Slide

Wetenschappelijke notatie

Hierbij geldt:

a is een getal tussen 1 en 10
b is positief voor grote getallen en negatief voor kleine getallen

Zet 0,0000345 en 67800000000 in wetenschappelijke notatie
a10b

Slide 19 - Slide

Zelf aan de slag
Basisroute: 42, 44, 48, 49, 53, 55

Middenroute: 43, 46, 49, 56, 57

Uitdagende route: 46, 49, 50, 57, 58

Slide 20 - Slide

Rekenen met lengte, oppervlakte en inhoud

Slide 21 - Slide

Wat ga je vandaag leren?

Je kunt rekenen met lengte, oppervlakte en inhoud

Slide 22 - Slide

Rekenen met inhoud
Bij een aanvaring met een olietanker komt er 3 miljoen liter olie in zee terecht, over een oppervlakte van 150 vierkante kilometer. Bereken hoe dik de olielaag is waarmee de oceaan bedekt wordt. 

Slide 23 - Slide

Zelf aan de slag

Alle routes maken: 63, 64 (a overslaan)

Slide 24 - Slide

Rekenen met tijd, afstand, snelheid en eenheden omzetten

Slide 25 - Slide

Wat ga je vandaag leren?
Je kunt rekenen met tijd, afstand en snelheid

Je kunt de eenheid uit een vergelijking omzetten in een andere eenheid

Slide 26 - Slide

Rekenen met tijd

Waar ga je aan denken:

1 min = 60 seconden
1 uur = 60 minuten

m / s = meter : seconden
km / uur: kilometer : uur

Van km / h naar m/s = gedeeld door 3,6


Maike liep tijdens de Keistad Traitlon 5 km hard met een snelheid van 12,47 km/h. Hoe lang deed ze over de 5 km?

Slide 27 - Slide

Benzineverbruik
Nederlandse autofabrikanten geven het benzineverbruik van de auto vaak in liters per 100 km. Zo verbruikt een Clio Estate 6 liter per 100 km. In Amerika gebruikt mijn mijl per gallon. 

Zet 6 liter / 100 km om in mijl / gallon en gebruik dat 1 mijl = 1,6 km en 1 gallon = 3,8 liter. 

Slide 28 - Slide

Laatste opgaven alweer
Basisroute: 67, 68, 76

Middenroute: 67, 68, 77

Uitdagende route: 67, 68, 78

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Rekenen met maten, tijd en eenheden

Slide 31 - Slide

Wat ga je vandaag leren?
Je kunt rekenen met lengte, oppervlakte en inhoud

Je kunt rekenen met tijd, afstand en snelheid

Je kunt de eenheid uit een vergelijking omzetten in een andere eenheid


Slide 32 - Slide

Rekenen met inhoud
Bij een aanvaring met een olietanker komt er 3 miljoen liter olie in zee terecht, over een oppervlakte van 150 vierkante kilometer. Bereken hoe dik de olielaag is waarmee de oceaan bedekt wordt. 

Slide 33 - Slide

Rekenen met tijd

Waar ga je aan denken:

1 min = 60 seconden
1 uur = 60 minuten

m / s = meter : seconden
km / uur: kilometer : uur

Van km / h naar m/s = gedeeld door 3,6


Maike liep tijdens de Keistad Traitlon 5 km hard met een snelheid van 12,47 km/h. Hoe lang deed ze over de 5 km?

Slide 34 - Slide

Laatste opgaven alweer
Basisroute: 63, 64 (a overslaan), 67, 68, 76

Middenroute: 63, 64 (a overslaan), 67, 68, 77

Uitdagende route: 63, 64 (a overslaan), 67, 68, 78

Slide 35 - Slide