Herhaling hoofdstuk 5 deel 1

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Welkom!

Zorg ervoor dat je je wiskundeboek, schrift, pen, potlood, geo/liniaal, gum, rekenmachine voor je hebt

Herhaling hoofdstuk 5

Lesprogramma:

- Klassikale herhaling 5.1 & 5.2 (wisbordjes)

- Aan de slag met oefentoets

- Klassikale herhaing 5.4 & 5.5 (wisbordjes)

- Aan de slag met oefentoets

- Lesafsluiting

Lesprogramma

• Klassikale herhaling 5.1 en 5.2
• Zelfstandig werken
• Klassikale herhaling 5.4 en 5.5
• Zelfstandig werken
• Gezamenlijke afsluiting

Paragraaf 1

•  Ik weet wat een macht, een grondtal en een exponent zijn
  
•  Ik kan rekenen met machten
  
•  Ik weet wat de rekenvolgorde is als er machten in de som staan
  

4​2​​

Bereken zonder rekenmachine

2​3​​

1. 6
2. 8
3. 16
4. Het goede antwoord staat er niet tussen

Bereken met rekenmachine

(3​2​​+4​5​​)​3​​−55​5​​

Paragraaf 2

•  Ik kan berekeningen met een deelstreep uitvoeren
  
•  Ik kan berekeningen met een deelstreep uitvoeren met mijn rekenmachine
  

Bereken zonder rekenmachine

​12+13​​10+8⋅5​​+12

Bereken met rekenmachine

​2⋅5​​√​16​​​⋅5​2​​​​+35

Aan de slag

Maken & nakijken:

- Blauw & groen: oefentoets hoofdstuk 5

Tijd? 10 min

Hoe? Zelfstandig & in stilte

Vraag? Geen

Klaar? Bedenk een toetsvraag + antwoordmodel

Aan de slag

Maken & nakijken:

- Blauw & groen: oefentoets hoofdstuk 5

Tijd? 10 min

Hoe? Zachtjes overleggen met leerling naast je is toegestaan

Vraag? Ik kom bij iedereen langs

Klaar? Bedenk een toetsvraag + antwoordmodel

Paragraaf 4

•  Ik kan rekenen met lineaire woordformules (met haakjes)
•  Ik kan een grafiek bij een lineaire woordformule (met haakjes) tekenen

Tim berekent zijn inkomsten met de formule
Inkomsten in euro = 1150 + (t - 3) x 350
t = tijd in maanden
Hoeveel verdient Tim als hij 8 maanden heeft gewerkt?

Gegeven is de formule
Temperatuur in °C = (Temperatuur in °F – 32) : 1,8
De temperatuur is 58 °F, hoeveel °C is dat? Rond af op gehelen

Paragraaf 5

•  Ik kan rekenen met woordformules met een deelstreep

Hoeveel jaar is iemand die kledingmaat 104 heeft?

Leeftijd=​6​​kledingmaat−80​​

Hoeveel jaar is iemand die kledingmaat 140 heeft?

Leeftijd=​6+2​​kledingmaat−60​​

Aan de slag

Maken & nakijken:

- Blauw & groen: oefentoets hoofdstuk 5

Tijd? 10 min

Hoe? Zelfstandig & in stilte

Vraag? Geen

Klaar? Bedenk een toetsvraag + antwoordmodel

Aan de slag

Maken & nakijken:

- Blauw & groen: oefentoets hoofdstuk 5

Tijd? 10 min

Hoe? Zachtjes overleggen met leerling naast je is toegestaan

Vraag? Ik kom bij iedereen langs

Klaar? Bedenk een toetsvraag + antwoordmodel

Dit vind ik nog lastig aan hoofdstuk 5