This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
8. Pathologie ademhaling
Doktersassistenten
BBL
Leerjaar 1, periode 2
J. Witte, MEd
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Ik kan ademvolumes en de ademcapaciteit uitrekenen aan de hand van de resultaten van spirometrie.
Ik kan uitleggen hoe de inademingslucht samengesteld is
Ik kan verschillende diagnostische methoden beschrijven waarmee de conditie van de longen onderzocht kan worden.
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
4. Ik kan uitleggen wat COPD is en wat het verschil is tussen een aanvalsbehandeling en een onderhoudsbehandeling.
5. Ik kan informatie opzoeken over geneesmiddelen die gebruikt worden bij COPD. Deze informatie kan ik selecteren voor de patiënt en vertalen in begrijpelijke taal.
Slide 3 - Slide
Lesboek
paragraaf 5.3. Astma
paragraaf 5.4. COPD
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Slide
Mond-op mond beademing = effectief. Jouw uitademing bevat minder O2??
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Waar zoekt de HA naar door percussie- en auscultatie van de thorax?
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Lesboek anatomie/
fysiologie
5.4.7. Longvolumes
5.4.8. berekenen longvolumes
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
COPD
Chronische bronchitis + Longemfyseem: zie E learning MBO leren
Behandeling bij longaanval (exacerbatie)
Onderhoudsbehandeling
Slide 15 - Slide
Behandeling exacerbatie COPD (longaanval)
Zoek in FK: COPD, aanvalsbehandeling. Lees behandelplan.
Noteer welke geneesmiddelen er worden gebruikt bij de behandeling.
Noteer achter elk geneesmiddel wat het effect is
Noteer achter elk geneesmiddel wat de belangrijkste bijwerkingen zijn
Slide 16 - Slide
Casus 1
Je werkt een dienst op de HAP.
Er wordt een ernstig benauwde COPD patiënt binnengebracht (door zoon). De patiënt heeft een longaanval en is cyanotisch. Je meet de saturatie: 80%
Slide 17 - Slide
Wat betekent 'cyanotisch'?
A
blauwe verkleuring lippen en vinger(nagels)
B
achterdochtig
C
zeer snelle hartslag
D
paniekerig
Slide 18 - Quiz
Hoe hoog wil je de saturatie hebben van een COPD patiënt met een longaanval die je O2 toedient?
A
> 50%
B
>75%
C
> 90%
D
> 94%
Slide 19 - Quiz
Je belt een ambulance
Wat moet je ondertussen doen?
Zie volgende vragen
Slide 20 - Slide
Wat moet je volgens het behandelplan nu eerst doen?
A
prednison toedienen
B
zuurstof toedienen
C
laten vernevelen met luchtwegverwijder
D
antibiotica opstarten
Slide 21 - Quiz
Wat moet je volgens het behandelplan vervolgens doen?
A
prednison toedienen
B
zuurstof toedienen
C
laten vernevelen met luchtwegverwijder
D
antibiotica opstarten
Slide 22 - Quiz
Casus 2
Een COPD patiënte komt bij jou op het controle spreekuur. Ze gebruikt sinds 6 maanden een onderhoudsdosis prednison .
Slide 23 - Slide
Wat moet je controleren i.v.m. prednisongebruik?
Slide 24 - Open question
Deze mevrouw gebruikt langwerkende luchtwegverwijders. Welke kan dat zijn?
A
salbutamol
B
formoterol
C
prednison
D
fluticason
Slide 25 - Quiz
Deze mevrouw gebruikt ontstekingsremmers per dosisaerosol. Welke kan dat zijn?
A
salbutamol
B
formoterol
C
prednison
D
fluticason
Slide 26 - Quiz
Deze mevrouw gebruikt antibiotica als onderhoudsdosering. Welke is dat hoogstwaarschijnlijk?
A
azitromycine
B
amoxicillline
C
amoxicilline/clavulaanzuur
D
doxycycline
Slide 27 - Quiz
Thuis maken:
E learning pathologie: astma
inleveren in inlevermap bij lesmateriaal
Slide 28 - Slide
Leerdoelen
Ik kan ademvolumes en de ademcapaciteit uitrekenen aan de hand van de resultaten van spirometrie.
Ik kan uitleggen hoe de inademingslucht samengesteld is
Ik kan verschillende diagnostische methoden beschrijven waarmee de conditie van de longen onderzocht kan worden.
Slide 29 - Slide
Leerdoelen
4. Ik kan uitleggen wat COPD is en wat het verschil is tussen een aanvalsbehandeling en een onderhoudsbehandeling.
5. Ik kan informatie opzoeken over geneesmiddelen die gebruikt worden bij COPD. Deze informatie kan ik selecteren voor de patiënt en vertalen in begrijpelijke taal.