wk 12

Beste leerlingen van V1b,
De komende weken moet je zelfstandig aan de slag gaan met de lessen in LessonUp.
In Magister staat welke slides je per les moet maken.
Succes!
1 / 46
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Beste leerlingen van V1b,
De komende weken moet je zelfstandig aan de slag gaan met de lessen in LessonUp.
In Magister staat welke slides je per les moet maken.
Succes!

Slide 1 - Slide

Deze les maak je op dinsdag 17 maart

slide 1 t/m 23

Slide 2 - Slide

Vorige les heb je geleerd...
...om woordsoorten te herkennen in een liedje.

Slide 3 - Slide

Vandaag ga je leren...
...om het lijdend voorwerp in een zin te vinden.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

  • Wat is de handeling?
  • Wie voert de handeling uit?
  • Wat is nodig voor de handeling?

Slide 8 - Slide

  • Wat is de handeling?
        lezen

  • Wie voert de handeling uit?
       het jongetje

  • Wat is nodig voor de handeling?
       een boek

Slide 9 - Slide

  • Wat is de handeling?
  • Wie voert de handeling uit?
  • Wat is nodig voor de handeling?

Het jongetje / leest / een boek.

Het jongetje = wie?         OND
leest = handeling             WWG
een boek = wat?               LV

Slide 10 - Slide

Weet je hoe je het lijdend voorwerp kunt vinden?

- Ga dan door naar slide 13.
- Vind je het nog moeilijk? Bekijk dan de instructievideo op slide 12.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Zinsontleding
Kevin had zijn vrienden en vriendinnen een uitnodiging voor zijn feest gemaild.
PV =
in zinsdelen verdelen
WWG =
OND =
LV =

Slide 13 - Slide

Zinsontleding
Kevin / had / zijn vrienden en vriendinnen / een uitnodiging / voor zijn feest / gemaild.
PV = had
in zinsdelen verdelen
WWG = had gemaild
OND = Kevin
LV = een uitnodiging

Slide 14 - Slide

Zinsontleding
De manager van de band vertelde de drummer een grappig verhaal.
PV =
in zinsdelen verdelen
WWG =
OND =
LV =

Slide 15 - Slide

Zinsontleding
De manager van de band / vertelde / de drummer / een grappig verhaal.
PV = vertelde
in zinsdelen verdelen
WWG = vertelde
OND = De manager van de band
LV = een grappig verhaal

Slide 16 - Slide

Zinsontleding
Schenk voor mij vast een cola in!

PV =
in zinsdelen verdelen
WWG =
OND =
LV =

Slide 17 - Slide

Zinsontleding
Schenk / voor mij / vast / een cola / in!

PV = schenk in
in zinsdelen verdelen
WWG = schenk in
OND = geen onderwerp (gebiedende wijs!)
LV = een cola

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Noteer:
- persoonsvorm
- wwg
- onderwerp
- het lijdend voorwerp:
Mijn ouders / bakken / een taart.

Slide 20 - Open question

Noteer:
- persoonsvorm
- wwg
- onderwerp
- het lijdend voorwerp:
Aan het begin van de les / deelde / de leraar / ons / het fijne nieuws / mee.

Slide 21 - Open question

Aan de slag!
  • Ga naar Learnbeat en log in
  • Ga naar Grammatica, Blok 1 (1.1)
  • Maak B Zinsontleding - werkwoordelijk gezegde, vraag 1 t/m 7
  • Maak C Zinsontleding – scheidbaar samengesteld werkwoord, vraag 1
  • Maak D Zinsontleding – onderwerp, vraag 1 t/m 5
  • Klaar? Maak Grammatica, Blok 1.2
  • Maak A Zinsontleding – Weet je het nog? vraag 1, 2, 3
  • Maak B Zinsontleding – zinsdelen, vraag 1 t/m 21



Slide 22 - Slide

Einde van deze les

Slide 23 - Slide

Deze les maak je op donderdag 19 maart

slide 24 t/m 29

Slide 24 - Slide

Vorige les heb je geleerd...
...om het lijdend voorwerp in een zin te vinden.

Slide 25 - Slide

Vandaag ga je...
...de onderdelen van zinsontleding herhalen.

Slide 26 - Slide

Zinsontleding
De volgende opdrachten in Learnbeat gaan over zinsontleding.

Weet je niet meer precies hoe dat zat? Bekijk dan dit filmpje.

Slide 27 - Slide

Aan de slag!
  • Ga naar Learnbeat en log in
  • Ga naar Grammatica Blok 2 (1.2)
  • Ga naar A Zinsontleding – Weet je het nog?, maak vraag 1, 2, 3
  • Ga naar B Zinsontleding – zinsdelen, maak vraag 1 t/m 21


Slide 28 - Slide

Einde van deze les

Slide 29 - Slide

Deze les maak je op vrijdag 20 maart

slide 30 t/m 46

Slide 30 - Slide

Vorige les heb je...
...de onderdelen van zinsontleding herhaald.

Slide 31 - Slide

Vandaag ga je...
...de woordsoorten herhalen.

Slide 32 - Slide

Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Werkwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Voorzetsel
Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Korte woorden die een persoon aangeven
Wat je doet, wat er gebeurt
Kan voor 'de kast' of 'de vakantie'
De, het, een
Geeft bezit aan
Mensen, dieren, planten, dingen
Zegt iets over het ZN

Slide 33 - Drag question

Aan welk woordsoort denk je?
A
persoonlijk voornaamwoord
B
voorzetsel
C
werkwoord
D
lidwoord

Slide 34 - Quiz

Peter rijdt op een elektrische fiets.
A
znw-ww-vz-lw-bnw-znw
B
bnw-ww-vz-lw-bnw-znw
C
znw-ww-pers vnw-lw-bnw-znw
D
znw-bnw-vz-lw-bnw-znw

Slide 35 - Quiz

De jongen geeft de vaas aan zijn moeder.
Wat is het voorzetsel?
A
vaas
B
aan
C
zijn
D
moeder

Slide 36 - Quiz

De lieve man van haar is verhuisd naar Amerika.
A
lw - bez vnw - znw - vz - pers vnw - ww - ww - vz - zn
B
lw - bnw - znw - vz - bnw - ww - ww - vz
C
lw-bnw-znw-vz-pers vnw-ww-ww-vz-znw
D
lw - bnw - znw - vz - bnw - ww - vz - znw

Slide 37 - Quiz

Stel je niet zo aan!

Wat is het werkwoord
A
stel
B
niet
C
stel aan
D
aan

Slide 38 - Quiz

Mijn fiets is gestolen.

Mijn=
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
voorzetsel
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 39 - Quiz

De woorden 'ik, mij, wij' zijn voorbeelden van persoonlijke voornaamwoorden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 40 - Quiz

Wat zijn de bezittelijk voornaamwoord(en)?

Mijn opa zegt elke dag dat hij van ons houdt.
A
mijn-ons
B
ons
C
mijn
D
mijn-hij

Slide 41 - Quiz

0

Slide 42 - Video

Over welke woordsoorten
ging dit liedje?
A
zelfstandige naamwoorden en lidwoorden
B
werkwoorden
C
persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
D
voorzetsels

Slide 43 - Quiz

Woordsoorten

Slide 44 - Slide

Aan de slag!
  • Ga naar Learnbeat en log in
  • Ga naar Grammatica Blok 4 (1.4)
  • Ga naar E Woordsoortbenoeming – Persoonlijk voornaamwoord, maak vraag 1 t/m 8
  • Ga naar Grammatica Blok 5 (1.5)
  • Ga naar C Woordsoortbenoeming – Weet je het nog? Maak vraag 1, 2, 3


Slide 45 - Slide

Einde van deze les

Slide 46 - Slide