Stijlfouten en stijlfiguren

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Over spelen met taal
En over taalfouten en hoe je ze kunt vermijden

Slide 2 - Slide

Lesplan vrijdag 29 maart
  • Opfrissen 1) dubbelop 2) stijlfiguren 3) zinsbouwfouten
  • Afmaken opdrachten werkboekje
  • Nakijken     "                   "
  • Inleveren    "                   "

Slide 3 - Slide

Vijf vormen van dubbelop, herhaling

Slide 4 - Slide

1) De coach besloot om na de nederlaag het team opnieuw te herschikken.

A
tautologie
B
pleonasme
C
dubbele ontkenning
D
contaminatie

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

2) Waarschijnlijk wordt deze president vermoedelijk niet herkozen bij de volgende verkiezingen.​
A
tautologie
B
pleonasme
C
dubbele ontkenning
D
contaminatie

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide


3) Nadat Jan Jansen was aangesteld als voorzitter, escaleerden de zaken uit de hand.

A
tautologie
B
pleonasme
C
dubbele ontkenning
D
contaminatie

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide


4) Het hek voorkwam dat de kinderen niet van de trap konden vallen.

A
tautologie
B
pleonasme
C
dubbele ontkenning
D
contaminatie

Slide 11 - Quiz

5) Over het gedrag van die jongen heb ik niet veel goeds over gehoord.

  • Over het gedrag van die jongen heb ik niet veel goeds over gehoord.
Verbetering: 
  • Over het gedrag van die jongen heb ik niet veel goeds gehoord. 
Naam?
  • Onjuiste herhaling

Slide 12 - Slide

Vier stijlfiguren, herhaling

Slide 13 - Slide


1) Dat heb je niet onaardig gedaan. (tegen een jongen die een 10 had voor zijn toets)



A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 14 - Quiz


2) Ik verveel me dood.


A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 15 - Quiz


3) Mijn oom bezit een stulpje in Monte Carlo.



A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 16 - Quiz


4) We hebben onze hond in moeten laten slapen.




A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 17 - Quiz

Drie zinsbouwfouten, herhaling

Slide 18 - Slide


1 Ik ben gisteren zonder jas naar huis gefietst en nu hartstikke ziek.





A
onjuiste inversie
B
onjuiste beknopte bijzin
C
foutieve samentrekking

Slide 19 - Quiz

Foutieve samentrekking: wat gaat hier fout? 
  • Ik ben gisteren zonder jas naar huis gefietst en nu hartstikke ziek. 
  • Eerste deel van de zin: ben = hww (ben gefietst) 
  • Tweede deel van de zin: ben = kww (nd = hartstikke ziek)
  • Verbetering: Ik ben gisteren zonder jas naar huis gefietst en ben nu hartstikke ziek. 

Slide 20 - Slide


2) Het regende de hele middag en hebben we dus niets kunnen doen.




A
onjuiste inversie
B
onjuiste beknopte bijzin
C
foutieve samentrekking

Slide 21 - Quiz

Onjuiste inversie, wat gaat er fout?
  • Het regende de hele middag en hebben we dus niets kunnen doen.
  • Het regende de hele middag en we hebben dus niets kunnen doen.
  • Het regende de hele middag en dus hebben we niets kunnen doen.

Slide 22 - Slide


3) Schreeuwend van de pijn, werd haar enkel steeds dikker.




A
onjuiste inversie
B
onjuiste beknopte bijzin
C
foutieve samentrekking

Slide 23 - Quiz

Vragen?
  • Stel je vragen!
  • Wat moet je nog doen aan je werkboekje?
  • Aan de slag! Stel ook tussendoor je vragen!
  • Probeer je opdrachten a.h. eind van deze les af te hebben

Slide 24 - Slide