AV: incongruentie, inversie

Welkom!

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les..
  • ... ken je de lastige gevallen van congruentie.
  • ... kun je incongruentie en onjuiste inversie herkennen en verbeteren.

Slide 2 - Slide

Tautologie: wat is hier dubbelop?

Slide 3 - Slide

Wat is hier het pleonasme?
?

Slide 4 - Slide

Incongruentie
In zinnen komt de persoonsvorm in persoon en getal overeen met het onderwerp.

Wanneer dat niet zo is, is er sprake van incongruentie.

Slide 5 - Slide

Congruentie: regel 1
Bij woordgroepen met een enkelvoudige kern + meervoudige nabepaling --> kijk naar de kern voor de pv.

De groep (kern: ev) betogers (nabepaling: mv) wandelde naar het Malieveld.


Slide 6 - Slide

Congruentie: regel 2
Als het onderwerp een verzamelnaam is die uit meerdere personen bestaat --> pv = ev.

De jeugd is momenteel een interessante doelgroep voor adverteerders.


Slide 7 - Slide

Congruentie: regel 3
In de bijvoeglijke bijzin na de constructie 'een van de + meervoudig woord + die..'  --> pv = mv

Een van de wielrensters die volgens specialisten een kans hebben om deze klassieker te winnen, is Elisa Borghini.


Slide 8 - Slide

Congruentie: regel 4
Bij meervoudige titels van boeken, titels etc. --> pv = ev

'De Hongerspelen' is een bijzonder meeslepende jeugdroman.


Slide 9 - Slide

Congruentie: regel 5
Na een rekeneenheid, zoals meter, liter, dozijn, kilo, euro etc. --> pv = ev

Twee kilo kaas kost tegenwoordig meer dan twintig euro.


Slide 10 - Slide

Incongruentie
Het onderwerp is meervoud, maar wordt voor enkelvoud aangezien:
– * De media schrijft veel onzin over deze bekende Nederlander.

Het onderwerp (ow) lijkt meervoud, maar is enkelvoud, omdat de kern enkelvoud is:
– * Uit de enquête bleek dat de meerderheid (kern v.h. ow; enkelvoud) van de leerlingen (meervoud) tegen frisdrankautomaten waren (meervoud).



.

Slide 11 - Slide

Incongruentie
De pv en het ow staan ver uit elkaar en daartussen staan andere zinsdelen met een ander getal dan het ow:
– * Het schijnt dat het stadsbestuur de komende jaren binnen de grachten geen nieuwe parkeerplaatsen voor auto’s meer willen (pv; meervoud) aanleggen.

Het mv wordt ten onrechte voor het ow aangezien:
– * Bij het eindpunt van de lijn worden alle passagiers (mv) verzocht uit de stadsbus te stappen.

Slide 12 - Slide

Tegenwoordig is op alle dancefeesten allerlei synthetische drugs te koop.
A
Fout
B
Goed

Slide 13 - Quiz

Inversie
  • Inversie betekent omkeren.

  • onjuiste inversie = verkeerd omkeren
...van de persoonsvorm en het onderwerp van een zin.



Slide 14 - Slide

Inversie
Inversie, dus omdraaien van de pv en het ow, mag alleen als:

  • De zin begint met een ander zinsdeel dan het onderwerp:
    Door de slager wordt (pv) de koe (ow) geslacht.


  • De zin een vraagzin is:
    Gaan (pv) we (ow) morgen weer naar school?


  • De zin begint met een bijzin:
     Toen ik ziek was (bijzin), heb (pv) ik (ow) me kapot verveeld in bed.




Slide 15 - Slide

Foutieve inversie
Als twee hoofdzinnen aan elkaar gekoppeld zijn met 'en', 'want' of 'maar' en in de tweede hoofdzin foutieve inversie wordt toegepast, spreken we van een onjuiste inversie.

  • Het regende de hele middag en hebben we dus niets kunnen doen.
  • Vrijdagmiddag zijn we naar de stad geweest en gingen we pas in het donker met de bus naar huis.



Slide 16 - Slide

Foutieve inversie verbeteren
Zinnen met foutieve inversie verbeter je door persoonsvorm en onderwerp om te draaien of door een zinsdeel voor persoonsvorm te zetten.

  • Het regende de hele middag en hebben we dus niets kunnen doen.
  • Het regende de hele middag en we hebben dus niets kunnen doen.

  • Vrijdag zijn we naar de stad geweest en gingen we pas in het donker met de bus naar huis.
  • Vrijdag zijn we naar de stad geweest en pas in het donker gingen we met de bus naar huis.


Slide 17 - Slide

Zelf aan de slag
Ga naar de online omgeving en zoek de Cursus Formuleren.

Maak Cursus 5, par. 1, opdr. 20 t/m 23.

Ben je klaar?
1. Huiswerk ander vak afmaken.
2. Op zoek gaan naar een lit. roman.


Slide 18 - Slide