What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2.2 Het oog
Thema 2 Waarneming en gedrag
2.2 Het oog
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Thema 2 Waarneming en gedrag
2.2 Het oog
Slide 1 - Slide
Wat is de rol van receptoren, conductoren en effectoren bij de prikkelgeleiding?
Slide 2 - Open question
Beschrijf stap voor stap de weg van een bewuste prikkel tot aan een reactie.
Slide 3 - Open question
Beschrijf stap voor stap de weg van een onbewuste prikkel tot aan een reactie (reflex).
Slide 4 - Open question
Noem voorbeelden van externe en interne prikkels.
Slide 5 - Open question
Wat houden de volgende termen in:
- drempelwaarde
- adaptatie/ gewenning
Slide 6 - Open question
Leerdoelen
Je kunt de delen van een oog beschrijven en hun functie toelichten.
Je kunt de beeldvorming door ooglenzen beschrijven en de pupilreflex toelichten.
Je kunt de bouw en werking van het netvlies beschrijven en toelichten hoe je diepte kunt zien.
Slide 7 - Slide
Het oog
125 miljoen zintuigcellen
verstelbare lens
2 miljoen neuronen
Slide 8 - Slide
Bouw
Harde oogvlies:
bescherming binnenkant
Traanklieren:
bescherming tegen uitdroging/reiniging - staat in verbinding met traanbuizen en neusholte
Oogspieren
Hoornvlies:
licht kan oog binnenvallen
Iris:
gekleurde gedeelte (pigment)
Pupil:
groter of kleiner oiv spieren iris
Het nut van wenkbrauwen en wimpers?
Slide 9 - Slide
Doorsnede
(Binas 87C1+2)
Glasachtig lichaam:
gelei
Binnen harde oogvlies
Vaatvlies:
bloedvaten
Netvlies:
lichtreceptoren ->
gele vlek
Blinde vlek:
oogzenuw
Voorkant
Voorste oogkamer:
hoornvlies - iris
Achterste oogkamer:
iris - ooglens
Slide 10 - Slide
Licht -> lens -> receptoren netvlies -> impulsen -> sensorische neuronen -> gezichtcentra grote hersenen -> verwerking = beeld rechtopstaand en ware grootte
Slide 11 - Slide
Accommoderen
Scherp beeld op het netvlies door veranderen vorm van de ooglens
Straalvormig lichaam met kringspieren (accomodatiespieren)
Veraf:
kringspieren ontspannen, lensbandjes gespannen - de ooglens is plat
Dichtbij:
kringspieren trekken samen, lensbandjes ontspannen - de ooglens is bol
Slide 12 - Slide
Lichtbreking
Bij overgang van ene naar ander medium (gas, vloeibaar, vast)
F = brandpunt (hier komen lichtstralen bij elkaar)
f = brandpuntsafstand
Positieve lens:
bol -> buigen lichtstralen naar elkaar toe =
convergeren
(f = positief)
Negatieve lens:
hol -> spreiden lichtstralen =
divergeren
(f = negatief)
Slide 13 - Slide
v = voorwerpafstand
b = beeldafstand
Slide 14 - Slide
Beenvissen kunnen hun ooglenzen in de richting van het netvlies trekken =
kleinere beeldafstand
Amfibieën kunnen hun ooglenzen naar de voorkant van hun ogen trekken =
grotere beeldafstand
Slide 15 - Slide
Oogafwijkingen
Bijziend
Oogbol te lang/hoornvlies en lens breken lichtstralen te sterk af -> correctie = holle (-) lens (divergent)
Verziend
Oogbol te kort/ hoornvlies en lens breken lichtstralen niet voldoende af -> correctie = bolle (+) lens (convergent)
Slide 16 - Slide
Pupilreflex (pupil kleiner door licht, ene oog volgt andere: consensueel of indirecte reflex)
Accomodatiereflex (pupil kleiner door naderend voorwerp)
Slide 17 - Slide
Het netvlies
Binas tabel87C3
Pigmentcellen: absorbeert licht = bescherming zintuigcellen
Lichtreceptoren (
Binas 27A
)
Staafjes:
over hele netvlies (niet gele vlek), lage prikkeldrempel = contrasten waarnemen -> onscherper
Kegeltjes:
hogere drempelwaarde, rood/groen/blauw, vooral in gele vlek = kleuren en details waarnemen -> scherp
Slide 18 - Slide
Donkeradaptatie en nachtblindheid
De staafjes zijn veel gevoeliger voor licht dan de kegeltjes,
oftewel: de staafjes hebben een lagere drempelprikkel dan de kegeltjes
want; 1 vs. 10^3 microlux
Slide 19 - Slide
Stereoscopie (diepte zien) -
Binas tabel 87C4
Optisch chiasma=kruising, diepte zien, verschil in beeld groter naarmate voorwerp dichterbij is
Slide 20 - Slide
Leerdoelen behaald??
Je kunt de delen van een oog beschrijven en hun functie toelichten.
Je kunt de beeldvorming door ooglenzen beschrijven en de pupilreflex toelichten.
Je kunt de bouw en werking van het netvlies beschrijven en toelichten hoe je diepte kunt zien.
Slide 21 - Slide
Aan de slag
Bestudeer blz. 86 t/m 98.
Maken opdracht 11 t/m 29
Maak een begrippenlijst
Slide 22 - Slide
More lessons like this
2.2 Het oog
September 2022
- Lesson with
18 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
6.2 Het oog
June 2024
- Lesson with
19 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
2.2 Het oog
January 2023
- Lesson with
23 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
2.2 Het oog
February 2022
- Lesson with
28 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
6.2 Het oog
April 2022
- Lesson with
20 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
B2: Het oog
October 2022
- Lesson with
47 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
15.3 Gezichtszintuig dl1 (zelfstandig)
March 2024
- Lesson with
26 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Herhaling OOG
June 2023
- Lesson with
11 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4