minimum en maximum prijs

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4,5

                                 Terugblik:

Twee soorten reclame

Lay-out

Terugblik

De uitkomst van de inkomenselasticiteit is -1,2. Dit hoort bij een …….

1. noodzakelijk goed
2. luxe goed
3. inferieur goed

De uitkomst van de inkomenselasticiteit kan:

1. Alleen negatief zijn
2. Alleen positief zijn
3. Zowel positief als negatief zijn

De uitkomst van de inkomenselasticiteit is 0,5. Dit hoort bij een ……

1. noodzakelijk goed
2. luxe goed
3. inferieur goed

Wat is het doel van inkomenselasticiteit?

1. Onderzoeken hoeveel mensen verdienen
2. onderzoeken v.h. effect inkomenswijzigingen op vraag producten
3. Onderzoeken v.h. effect prijswijzigingen op vraag producten.
4. Onderzoeken in hoeverre inkomen rekbaar is.

Bij inkomenselasticiteit onderscheiden we deze goederen:

1. Complementaire en substitutie
2. Elastisch en inelastisch
3. Homogeen en hetrogeen
4. Inferieur, normale, noodzakelijke en luxe

een luxe goed heeft een inkomenselasticiteit van

1. onder de nul
2. tussen de 0 en 1
3. boven de 1

minimum en maximum prijs

Les doel: aan het einde van de les weet je hoe minimum en maximum prijzen werken. 

Minimum prijs

Maximum prijs

Tekst

De nieuwe prijs is een

 minimum prijs

1. Waar
2. Niet waar

De evenwichtsprijs vind de overheid te hoog en stelt de prijs vast van €800.
Is dit een minimum of een maximumprijs?

1. Minimumprijs
2. Maximumprijs

de vraagfunctie van goed R luidt: qv = -25p + 400
de aanbodfunctie van goed R luidt: qa = 50p - 200
(q = aantal producten x 1 mln
p = prijs per product in euro's)
De overheid verstrekt een garantieprijs van 10 euro per product.
Is de grantieprijs een minimum of maximum prijs?

1. een minimumprijs want deze is hoger dan de marktpijs
2. een minimumprijs want deze is lager dan de marktprijs
3. een maximumprijs want deze is lager dan de marktprijs
4. een maximumprijs want deze is hoger dan de marktprijs

Keuzemenu

Zelfstandig stil lezen samenvatting 4.3

Verwerken door (zelf keuze maken):

• Maken test jezelf
• Begrippentrainer (flitskaarten)
• Samenvatten
• Opdrachten maken
• Elkaar uitleggen / overhoren (zachtjes!)
• Mindmap maken
• Bekijken uitlegvideo's (oordoppen in)