2 G de maanden en datum

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Leerdoelen

Je kent/ kunt.....

- het werkwoord "möchten" toepassen

- de maanden in het Duits 

-de grammatica om en een datum aan te geven

Programma 

• Herhalen het werkwoord "möchten"
•  Lesson Up "maanden en datum"
• Online 3.5 opdracht 9,10,11 en 12
• Klaar? Woordentrainer 3.3 t/m 3.5

       De maanden 

en datum

Wat betekent in het Nederlands het woord "möchten"? 

Erklärung: De maanden & datum

Alle maanden zijn in het Duits mannelijk. 

Dus elke maand krijgt het lidwoord "der"

Alle maanden in het Duits!

januari	der Januar
februari	der Februar
maart	der März
april	der April
mei	der Mai
juni	der Juni

juli	der Juli
augustus	der August
september	der September
oktober	der Oktober
november	der November
december	der Dezember

Welke maanden kun jij nu in het Duits schrijven?

3 regels  

Als je wilt zeggen in welke maand er iets gebeurt, dan zet je het woord im voor de maand. 

Als je wilt zeggen op welke datum er iets gebeurt, dan zet je het woord am voor de datum.

In het Duits schrijf je achter het getal een punt. (6. Dezember)

Beispiele

Im Dezember feiern wir Weihnachten. 

Ich habe am 4. Januar Geburtstag. 

6 december

4 januari

Im of am?
Ich habe ... 4. Januar Geburtstag.

1. am
2. an
3. auf
4. im

im of am?
... Dezember feiern wir Weihnachten.

1. am
2. im

... 3. Oktober habe ich Geburtstag.

Wat weet jij nu over de datum in het Duits?

Wann hast du Geburtstag? 

Wann sind die Sommerferien? 

In welchem Monat is Karneval

Opdrachten

Online 3.5 opdracht 9 t/m 12