This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Lodewijk XIV (14e) en zijn moeizame start als koning.
Lodewijk XIV was nog een kind en zijn moeder, met kardinaal Mazarin regeerden namens hem.
Problemen in Frankrijk:
Oorlog met Spanje die veel geld kostte.
Staatskas was leeg.
Gevolgen problemen:
Belastingen verhogen.
Opstanden in Frankrijk van vooral de adel, Lodewijk moest vluchten maar Mazarin won met leger uiteindelijk.
Slide 2 - Slide
Absolutisme: de koning maakt alleen alle wetten, beslist over oorlogen, bepaalde het geloof.
1661: Lodewijk XIV ging na de dood van Mazarin zelf alleen zonder eerste minister regeren.
Ministers voerden voortaan uit wat de koning hen vertelde te doen.
Lodewijk had geleerd tijdens de opstanden dat de adel niet te vertrouwen was.
l'état, c'est moi=de staat dat ben ik. Dat zei Lodewijk tegen de Staten-Generaal (parlement) die hij gelijk afschafte.
Slide 3 - Slide
Nationaal staand leger
De adel was erg belangrijk in het leger. Ook hier wilde Lodewijk XIV hun macht inperken, leger reorganiseren.
Geen huurlegers meer die vooral trouw waren aan de adel en niet aan de koning, maar een nationaal leger met nieuwe rangen op basis van verdiensten en talent.
Het leger was nu trouw aan de koning en he best getrainde leger van Europa.
Slide 4 - Slide
Hoe hield Lodewijk XIV de adel onder controle?
Lodewijk XIV liet paleis Versailles bouwen wat in 1682 af was.
voor aanzien om zijn absolute macht te laten zien.
adel moest hier komen wonen, zo kon Lodewijk ze in de gaten houden en konden ze geen complotten bedenken.
Er werden feesten, officiële bijeenkomsten, theater enz. georganiseerd waar de adel verplicht bij aanwezig was, deze waren erg duur,
Slide 5 - Slide
Iedereen die kritiek had op de koning of te veel macht kreeg kon naar de gevangenis. Minister financiën liet ook groot paleis bouwen net zoals Lodewijk.
Lodewijk zag zichzelf als het middelpunt van Frankrijk. Hij liet in die periode al zijn paleizen, meubels en koetsen met zonnen versieren en trad zelf regelmatig op verkleed als de Zonnegod Apollo. Lodewijk liet zich nu de zonnekoning noemen=> alles draaide om hem.
Slide 6 - Slide
Eén wet, één geloof, één vorst
Edict van Nantes. (De Franse protestanten=hugenoten, kregen hiermee in 1598 vrijheid van geloof) => hadden eigen versterkte steden, scholen en kerken)
1685 afschaffen Edict van Nantes. Lodewijk wilde deze aantasting van zijn macht niet, hij was katholiek dus iedereen moest katholiek zijn volgens hem.
Slide 7 - Slide
Gevolgen: protestanten mochten beroepen niet meer doen, kregen soldaten in huis die huizen vernielden en plunderden. Bekeren tot katholieke geloof of vluchtten naar buitenland enige optie voor de hugenoten (franse protestant).
De koning wilde dat de hugenoten allemaal keurige katholieke onderdanen werden en hij probeerde te verhinderen dat zij het land verlieten.
Slide 8 - Slide
Het ‘Droit Divin’, het goddelijk recht.
Lodewijk XIV had een excuus nodig om het volk uit te leggen waarom hij nu alle macht had (absolutisme).
De hoogste geestelijke Bossuet had er een: het ‘Droit Divin’, het goddelijk recht. De koning is dan door God aangewezen als zijn vertegenwoordiger op aarde en dat de koning alleen verantwoording schuldig is aan God. Hij moet dan wel het volk zo goed mogelijk dienen.
Slide 9 - Slide
Welk begrip past het best bij de manier van regeren van Lodewijk XIV?
A
Absolutisme
B
Democratie
C
Centralisatie
D
Vrijheid
Slide 10 - Quiz
Wat is geen kenmerk van het absolutisme onder Lodewijk XIV?
A
Er komen hervormingen in de economie
B
Het Edict van Nantes wordt ingetrokken
C
De adel kwam in Versailles wonen
D
Er werden weinig oorlogen gevoerd
Slide 11 - Quiz
Zet de zinnen in de juiste volgorde van tijd. Begin met de gebeurtenis die het langst geleden is.
LodewijkXIV laat het paleis in Versailles bouwen
Lodewijk XIV laat het edict van Nantes ongeldig verklaren
Het volk kwam in opstand tegen een belastingverhoging. Lodewijk en Anna moesten uit Parijs vluchten.
Lodewijk XIV werd officiëel gekroond en hij besluit om helemaal alleen te regeren.
Anna van Oostenrijk regeerde als regentes namens haar zoon Lodewijk XIV
Slide 12 - Drag question
Waarom liet Lodewijk XIV alle adel bij hem in Versailles wonen?
A
Hij wilde veel mensen om zich heen hebben omdat hij zich anders eenzaam voelde.
B
Hij wilde dat alle adel samen was zodat ze zich konden verdedigen tegen de revolutie.
C
Hij vertrouwde de adel niet en wilde ze goed in de gaten kunnen houden.
Slide 13 - Quiz
Stelling: In de tijd van Lodewijk XIV was er godsdienstvrijheid.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
Colbert ging als minister van financiën het bestuur beter organiseren en schakelde wetenschappers in om Frankrijk rijker en machtiger te maken.
Zo richtte hij staatsfabrieken op. Hier werden de luxeproducten gemaakt waar de koning en adel zo dol op waren. Overal vandaan kwamen er vaklieden: glasblazers uit Italië, papiermakers uit de Nederlanden en goudsmeden uit Duitsland.
Slide 15 - Slide
De belastinginning moest verbeterd en vergroot worden. De geestelijkheid en adel betaalden geen belasting. Colbert verbood de handel in adellijke titels. Hij benoemde dertig opzichters (intendanten), die overal streng toezicht hielden op de belastinginning.
Het beleid van Colbert was succesvol, maar de koning gaf het geld net zo snel weer uit en luisterde hij niet naar Colbert om het wat zuiniger aan te doen.
Slide 16 - Slide
Lodewijk XIV voerde veel oorlogen.
Als absoluut vorst besliste Lodewijk alleen of hij oorlog ging voeren.
Hij wilde meer gebied, macht, aanzien door oorlog te voeren. Deze kosten veel geld.
Tegen Spanje, de Republiek en het Heilige Roomse Rijk=> ruzie met leiders heel Europa en hij verloor ook nog grotendeels.
Hij adviseerde Lodewijk XV, geen oorlogen te voeren, maar minder belasting te heffen van de arme bevolking.
Slide 17 - Slide
Gevolgen bestuur Lodewijk XIV voor Frankrijk.
Positief: Lodewijk had de adel politiek buitenspel gezet. De belasting inning verbeterd en de economie gemoderniseerd. De Franse kunst en cultuur voorbeeld voor Europese vorsten.
Nadelig: de hoge kosten van oorlogen, hofhouding en feesten zorgden voor steeds hogere belastingen boeren en burgers. Hun huizen en landerijen werden door soldaten geplunderd. Meer ontevredenheid bij burgers, boeren.
Slide 18 - Slide
"De staat ben ik", hoort bij:
A
monarchie
B
democratie
C
absolutisme
D
dictatuur
Slide 19 - Quiz
1e Stand
2e Stand
3e Stand
geestelijken
adel
boeren en burgers
Betaalt belasting
grootgrondbezitters
woont een groot deel van het jaar op paleis Versailles
Slide 20 - Drag question
Koning Lodewijk XIV regeerde. Welk woord past het beste bij hem?
A
monarchie
B
democratie
C
absolutisme
D
dictatuur
Slide 21 - Quiz
Hoe heet het paleis waar Lodewijk XIV woonde?
A
Buckingham Palace
B
Marseilles
C
Soestdijk
D
Versailles
Slide 22 - Quiz
a: Leg uit voor welke 2 doelen Lodewijk de XIV Versailles liet bouwen. b: Noem een positief en nadelig gevolg van het absolutisme van Lodewijk XIV.