Proefwerk H 4.2 en 4.3 kader

Proefwerk H 4.2 en 4.3
Lees goed!
Wees volledig en duidelijk in het geven van je antwoorden.
Leg antwoorden uit in zinnen, niet alleen 1 woord.
Succes!! Er zijn in totaal:  punten te behalen voor dit proefwerk.
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Proefwerk H 4.2 en 4.3
Lees goed!
Wees volledig en duidelijk in het geven van je antwoorden.
Leg antwoorden uit in zinnen, niet alleen 1 woord.
Succes!! Er zijn in totaal:  punten te behalen voor dit proefwerk.

Slide 1 - Slide

vraag 1: Welke brandstof kan een auto gebruiken? kies het juiste antwoord
A
diesel , elektriciteit
B
zon, wind , water
C
elektriciteit
D
benzine , diesel

Slide 2 - Quiz

vraag 2
Je kunt iets WARM 
maken door:
warmte om te zetten in chemische energie
chemische energie om te zetten in warmte 
een brandstof te 
verbranden
elektrische energie om te
zetten in warmte

Slide 3 - Drag question

VRAAG 3
schrijf hieronder de juiste woorden op, zet het cijfer voor het woord.
Aardolie, ……(1)…. en …(2)……. komen uit de …(3)……..
Ze raken op en bij …(4)……. vervuilen ze het milieu.

Slide 4 - Open question

vraag 4
Noem vier energiesoorten waarin elektrische apparaten
elektrische energie kunnen omzetten.

Slide 5 - Open question

vraag 5
De koelribben op een motor zorgen ervoor dat de warmte:

Slide 6 - Open question

vraag 6
In een metalen buis verplaatst de warmte zich door de wand door:
A
stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 7 - Quiz

vraag 7
Welke twee stoffen zijn slechte warmtegeleiders?
A
metalen en lucht
B
kunststoffen en lucht
C
lucht en water
D
water en metalen

Slide 8 - Quiz

vraag 8
noem 3 warmtebronnen

Slide 9 - Open question

vraag 9
duurzame energie :
A
kost niets
B
raakt nooit op
C
vervuilt het milieu niet

Slide 10 - Quiz

vraag 10
wat is het nadeel van gebruik van aardgas,olie en steenkool als brandstof?
A
deze brandstoffen zijn duur
B
deze brandstoffen zijn duurzaam
C
deze brandstoffen raken op
D
deze brandstoffen komen uit de grond

Slide 11 - Quiz

vraag 11
1 Kj ( kilojoule) is :
A
10 J
B
100 J
C
1000 J
D
10.000 J

Slide 12 - Quiz

vraag 12:
geleiding van warmte is het doorgeven van warmte
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

vraag 13
als je vlak bij een radiator staat voel je dat deze warmt uitstraalt.
A
dat is STRALING
B
dat is STROMING

Slide 14 - Quiz