Thema 4 Herhaling

Voorbereiden voor de toets:
  • Neem de LessonUp lessen door 
  • Maak alle opdrachten bij de basisstoffen
  • Lees de basisstoffen door en maak een lijst met dikgedrukte woorden en hun betekenis
  • Maak de test jezelf
  • Oefen op biologiepagina.nl
  • Maak de Oefentoetsen in LessonUp

1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Voorbereiden voor de toets:
  • Neem de LessonUp lessen door 
  • Maak alle opdrachten bij de basisstoffen
  • Lees de basisstoffen door en maak een lijst met dikgedrukte woorden en hun betekenis
  • Maak de test jezelf
  • Oefen op biologiepagina.nl
  • Maak de Oefentoetsen in LessonUp

Slide 1 - Slide

Welkom
Vandaag:
Herhaling thema 4

Slide 2 - Slide

B1: Het skelet
Leerdoelen: 
  • Ik ken de delen van het lichaam
  • Ik kan in een afbeelding van het skelet de botten benoemen
  • Ik kan de functies van het skelet noemen

Slide 3 - Slide

B1: Het skelet
Schedel wordt gedragen door de wervelkolom:
  • Halswervels
  • Borstwervels
  • Lendewervels
Steunen op heiligbeen en staartbeen

Slide 4 - Slide

B1: Het skelet
Borstkas:
Borstwervels, ribben en borstbeen

Schoudergordel:
Schouderbladen en sleutelbeenderen

Bekkengordel: Heupbeenderen en heiligbeen

Slide 5 - Slide

B1: Het skelet
Ellepijp: zit aan de kant van de pink!

Slide 6 - Slide

B1: Het skelet
Functies van het skelet:
Stevigheid
Beweging mogelijk maken
Bescherming organen
Vorm geven aan lichaam

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Link

B2: De bouw van botten
Leerdoelen:
  • Ik kan de bouw van botweefsel en van kraakbeenweefsel beschrijven
  • Ik kan beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven

Slide 10 - Slide

B2: De bouw van botten
Botten bestaan uit kalkzouten en collageen (lijmstof)
  • Kalkzouten geven stevigheid
  • Collageen zorgt voor de buigbaarheid
Hierdoor zijn ze stevig maar breken ze niet snel

Slide 11 - Slide

B2: De bouw van botten
Verandering in botweefsel
Baby: skelet bestaat vooral uit kraakbeenweefsel
Als je ouder wordt, verandert dit in botweefsel, doordat er meer kalkzouten en minder collageen in de botten zit

Slide 12 - Slide

B2: De bouw van botten
Bij de geboorte zitten de botten in de schedel nog niet aan elkaar vast
De ruimte tussen de botten noemen we fontanellen

Slide 13 - Slide

B3: Beenverbindingen
Leerdoelen: 
  • Je kunt de beenverbindingen beschrijven
  • Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven
  • Je kunt de werking van een kogelgewricht, een scharniergewicht en een rolgewricht beschrijven

Slide 14 - Slide

B3: Beenverbindingen
Botten kunnen op 4 manieren met elkaar verbonden zijn:
  1. Vergroeid
  2. Met een naad
  3. Met kraakbeen
  4. Gewricht

Slide 15 - Slide

B3: Beenverbindingen
Verbindingen zonder beweging:
Vergroeid
Met een naad

Slide 16 - Slide

B3: Beenverbindingen
Verbindingen met beweging:
Kraakbeen: bijvoorbeeld tussen ribben en borstbeen

Slide 17 - Slide

B3: Beenverbindingen
Gewrichten
  • Een gewricht is een verbinding tussen twee botten
  • Bestaat uit gewrichtskogel en gewrichtskom
  • Hierin zit kraakbeen om het gewricht soepel te laten bewegen

Slide 18 - Slide

B3: Beenverbindingen
Gewrichten
Er zijn 3 typen gewrichten
  • Kogelgewricht: beweging is mogelijk in verschillende richtingen
  • Rolgewricht: bot draait in lengte-as om ander bot
  • Scharniergewricht: beweging is in één richting mogelijk

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Slide 21 - Link

B4: Spieren
Leerdoelen
Je kunt de werking van spieren beschrijven
Je kunt voorbeelden noemen van bewuste en onbewuste spierbewegingen

Slide 22 - Slide

B4: Spieren
Je hebt spieren nodig om je botten te kunnen bewegen. Aan de botten zitten spieren vast
Alle spieren bij elkaar noem je het spierstelsel

Slide 23 - Slide

B4: Spieren
Spieren zitten aan het bot vast met pezen
De pees zit vast aan een bot op de aanhechtingsplaats

Slide 24 - Slide

B4: Spieren
Als je een spier aanspant wordt deze korter en dikker

Slide 25 - Slide

B4: Spieren
Om een bot te bewegen heb je 2 spieren nodig met een tegengestelde werking: antagonistisch paar

Slide 26 - Slide

B4: Spieren
Je hebt ook orgaanspieren
Bijvoorbeeld in je maag, darm, 

Daarnaast is er natuurlijk ook de hartspier

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link

B5: De wervelkolom
Leerdoelen:
Je kunt aangeven wat een goede lichaamshouding is en waarom deze belangrijk is


Slide 29 - Slide

B5: De wervelkolom
  • De wervelkolom heeft ruim 30 wervels
  • 24 daarvan kunnen bewegen
  • Heeft een dubbele-S-vorm
  • Spieren aan de wervels houden de vorm in stand

Slide 30 - Slide

B5: De wervelkolom
  • De wervelkolom heeft ruim 30 wervels
  • 24 daarvan kunnen bewegen
  • Heeft een dubbele-S-vorm
  • Spieren aan de wervels houden de vorm in stand

Slide 31 - Slide

B5: De wervelkolom
Tussen de wervels zit kraakbeen: tussenwervelschijven
Functie: schokbrekers en buigen mogelijk maken

Slide 32 - Slide

B5: De wervelkolom
Bij een goede lichaamshouding is je rug recht en heeft je wervelkolom een dubbele-S-vorm

Slide 33 - Slide

B5: De wervelkolom

Slide 34 - Slide

Rest van de les
Controleer of je alle opdrachten af hebt?
Nee? --> maak deze en ga nakijken

Alle opdrachten af?
--> Aftekenen! en maak 2 kahoot vragen over de verschillende bassistoffen.

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Link

Slide 37 - Link