This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Bevolking en Ruimte
Slide 1 - Slide
Programma
Binnenkomst + absentie (5 min)
Herhaling (10 min)
Filmpje over eenkindspolitiek (10 min)
Leerdoelen (5 min)
Uitleg + verwerking (15 min)
Oefenen examenvragen (10 min)
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Wat hebben we de vorige les geleerd?
Slide 3 - Mind map
Hoe wordt een figuur zoals deze genoemd?
A
Bevolkingsbalk
B
Bevolkingspiramide
C
Transitiemodel
D
Transitiepiramide
Slide 4 - Quiz
De bevolking kan verdeelt worden in 3 groepen: jongeren - beroepsbevolking - ouderen. Welke groep is hier oranje gekleurd + welke leeftijden horen hierbij?
Slide 5 - Open question
De bevolking van Nederland groeit/ krimpt / is stabiel? De piramide heeft de vorm van een driehoek / rechthoek/ omgekeerde driehoek.
De bevolking van Duitsland groeit / krimpt / is stabiel? De piramide heeft de vorm van een driehoek / rechthoek/ omgekeerde driehoek.
De bevolking van China groeit / krimpt / is stabiel? De piramide heeft de vorm van een driehoek / rechthoek/ omgekeerde driehoek.
Slide 6 - Slide
Hoeveel kinderen mochten gezinnen in China krijgen tussen 1979-2013?
A
een
B
twee
C
drie
D
zoveel als je zelf wilde
Slide 7 - Quiz
eenvandaag.avrotros.nl
Slide 8 - Link
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
1. het begrip transitiemodel beschrijven;
2. het begrip transitiemodel toepassen;
3. Nederland, Duitsland en China op basis van dit begrip met elkaar vergelijken.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Het transitiemodel zegt wat over:
A
Het geboorte- en sterftecijfer
B
De migratie
C
De welvaart
D
De toekomst
Slide 11 - Quiz
DEMOGRAFISCH TRANSITIEMODEL
Slide 12 - Slide
Het demografisch transitiemodel
Transitiemodel = Toont veranderingen in het geboorte en sterfte cijfer van een land in vier fases.
Let op: alle landen gaan door alle 4 de fases. Maar ze doen dit niet allemaal op het zelfde tijdstip -> sommige landen zijn eerder dan andere landen en dit komt door…
....verschillen in rijkdom tussen landen. De allerarmste landen zitten in fase 1 (dit komt bijna niet meer voor). De rijke landen zitten in fase 4 (en dit zijn meer landen dan je zou denken!) of zelfs 5!
Hoe zit het met de rijkdom van Nederland?
Hoe zit het met de rijkdom van Duitsland?
Hoe zit het met de rijkdom van China?
Slide 13 - Slide
In welke fase van het transitiemodel zit Nederland?
A
fase 2
B
fase 3
C
fase 4
D
fase 5
Slide 14 - Quiz
In welke fase van het transitiemodel zit Duitsland?
A
fase 2
B
fase 3
C
fase 4
D
fase 5
Slide 15 - Quiz
In welke fase van het transitiemodel zit China?
A
fase 2
B
fase 3
C
fase 4
D
fase 5
Slide 16 - Quiz
Demografisch transitiemodel
Slide 17 - Slide
Bij welke fase van het transitiemodel hoort deze bevolkingspiramide?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 18 - Quiz
Bij welke fase van het transitiemodel hoort deze bevolkingspiramide?
A
1
B
2
C
3
D
4 of 5
Slide 19 - Quiz
Aan het werk- groep 1
Wat:
- Examenvragen 35 (van gisteren)
Klaar?
Van vorige les:
- Vraag 38 (heb je die niet meer: volgende pagina Gering
Daarmee klaar?
Beantwoord wederom de lesdoelvragen
timer
5:00
2X
Slide 20 - Slide
Duitsland zit al in fase 5!
Duitsland had in 2015 een sterfteoverschot en Nederland had een
geboorteoverschot. / Het geboortecijfer in Duitsland was lager dan het
sterftecijfer en in Nederland was dat andersom.
Het sterftecijfer in Duitsland is hoger (dan in Nederland).
Duitsland was in 2015 meer vergrijsd (dan Nederland).
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Les 1:
1. de begrippen demografie, geboortecijfer, sterftecijfer, geboorte-overschot, sterfte-overschot en levensverwachting beschrijven;
2. de begrippen demografie, geboortecijfer, sterftecijfer, geboorte-overschot, sterfte-overschot en levensverwachting toepassen;
3. Nederland, Duitsland en China op basis van deze begrippen met elkaar vergelijken.
Les 2:
Aan het einde van deze les kun je:
1. de begrippen bevolkingspiramide, ontgroening, vergrijzing en eenkindpolitiek beschrijven;
2. de begrippen bevolkingspiramide, ontgroening, vergrijzing en eenkindpolitiek toepassen;
3. Nederland, Duitsland en China op basis van deze begrippen met elkaar vergelijken.
Les 3:
Aan het einde van deze les kun je:
1. het begrip transitiemodel beschrijven;
2. het begrip transitiemodel toepassen;
3. Nederland, Duitsland en China op basis van dit begrip met elkaar vergelijken.
Slide 23 - Slide
Leerdoelen
Ken je ze?
Aan het einde van deze les kun je:
1. het begrip transitiemodel beschrijven;
2. het begrip transitiemodel toepassen;
3. Nederland, Duitsland en China op basis van dit begrip met elkaar vergelijken.