week 8 - DM casussen

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

week 8 - DM casussen

Leerdoel

- De student kan inschatting maken wat zij moet doen n.a.v. symptomen in de casus

(bij het ziektebeeld DM)

Casus

Dhr de Vries (88 jaar) is bekend met DM type 2. Hij woont in het verpleeghuis de groene wijde.

Dhr voelt zich in de ochtend niet zo lekker. Hij zit te trillen en te zweten en reageert geprikkeld als je iets vraagt. 

Wat zou je willen weten bij deze Dhr de Vries?

Vervolg casus dhr de Vries

Dhr heeft nog niet gegeten. Hij heeft geen honger, voelt zich niet helemaal fit.

Wat verwacht je van de bloedsuiker van dhr?

1. Die is te hoog; >9 mmol
2. Die is te laag; <4 mmol
3. Die is normaal; tussen 4-9 mmol

Vervolg casus

Normaal eet hij 2 boterhammen met kaas en hij wilt nu maar 1 beschuitje met jam. 

Er ligt nog 16 EH insuline, die moet dhr nog krijgen. 

De insuline gaan we ............. geven

WEL

NIET

Waarom zou je de insuline wel / niet geven?

Uitleg

Insuline afhankelijk patiënten zijn ingesteld n.a.v. hun inname van voedingsstoffen. 

Als die veranderd dan moet je kijken of je het wel / niet / gedeeltelijk ga geven. 

Houd klachten in de gaten en controleer regelmatig de bloedsuiker.

Casus 2 - Mw Osman

Mw Osman is 33 jaar en heeft DM type 1. 

Zij heeft vanmorgen gewoon gegeten en haar insuline gespoten. 

Echter wordt ze ziek en gaat overgeven en krijgt diarree. 

Waarom is dit belangrijke informatie?

Vervolg Casus

Mw Osman ligt ziek op bed. Het is 12.00 en volgens haar medicatie lijst moet ze nu 22 EH insuline krijgen

De insuline gaan we .................. geven

WEL

NIET

Wat zijn nu de vervolg stappen die jij als verpleegkundige gaat doen?

Vragen?