Klinisch redeneren ABCDE

1 / 44
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Waar staat de A voor bij de ABCDE-methode?
A
Attention
B
ambulance
C
Airway
D
Activity

Slide 3 - Quiz

Jij zorgt voor mevrouw Gerards van 92 jaar. Jij begint je dienst en gaat naar mevrouw toe, maar treft haar aan de grond. wat ga je doen?

Slide 4 - Open question

Jij gaat de ABCDE-methode bij mw. Gerards controleren.
Hoe controleer jij de A?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Jij gaat de saturatie bij mw. Gerards meten. Onder welk kopje valt deze bij de ABCDE?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 7 - Quiz

Wat is een normale ademfrequentie bij een volwassene, in rust per minuut?
A
8 - 12
B
12-20
C
20-26
D
26 - 30

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Mw. Gerards is gevallen. Waarom is het dan extra belangrijk om de C te controleren?
A
Grote kans op een infectie
B
Grote kans op een lage bloeddruk
C
Grote kans op een bloeding
D
Grote kans op een hoge bloeddruk

Slide 10 - Quiz

Wat kunnen tekenen zijn van een bedreigde circulatie?
A
Grauwe huid
B
Blauwe huid
C
Massale bloeding
D
Alle bovenstaande

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Mevrouw Gerards reageert niet op aanspreken. Bij welke letter beoordeel jij de hersenfunctie?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 13 - Quiz

Welke redeneerhulp kan jij gebruiken bij de D?
A
AMPLE
B
EWS
C
EMV
D
SBARR

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Wat valt er onder D: 
EMV/ Glasgow coma scale
(On)rust
Uitvalsverschijnselen zijn deze aanwezig vraag FAST (Gezicht arm, spraak en tijd) uit
Op indicatie Glucose ( Don’t ever forget glucose), als hier indicatie voor is

Slide 16 - Slide

Wat meet je bij de exposure/ environment?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Slide

EWS

Slide 21 - Slide

Casus
Dhr Kroes ligt op jou afdeling. Je doet controles en ziet het volgende; RR 110/50, P120, Saturatie 94% met een ademhalingsfrequentie van 32x/min. De patiënt plast goed. Wel maak je je zorgen over de patiënt.

Wat scoor je? Wat doe je dan?

Slide 22 - Slide

Casus
Dhr Kroes ligt op jou afdeling. Je doet controles en ziet het volgende; RR 110/50, P120, Saturatie 94% met een ademhalingsfrequentie van 32x/min. De patiënt plast goed. Wel maak je je zorgen over de patiënt.

Wat scoor je? Wat doe je dan?

Slide 23 - Slide

Meneer Kroes
Wat scoor je ? En wat doe je?

Slide 24 - Open question

Casus
Je stapt binnen bij Mw. de Haas en het valt je op dat zij een snelle ademhaling heeft van 17x/minuut. Je meet een bloeddruk van 90/60 en een onregelmatige hartfrequentie van 54 sl/minuut. Urineproductie heb je de afgelopen uren niet gecontroleerd. Je maakt je zorgen over mevrouw.

Wat scoor je? Wat doe je dan?

Slide 25 - Slide

Casus
Je stapt binnen bij Mw. de Haas en het valt je op dat zij een snelle ademhaling heeft van 17x/minuut. Je meet een bloeddruk van 90/60 en een onregelmatige hartfrequentie van 54 sl/minuut. Urineproductie heb je de afgelopen uren niet gecontroleerd. 
Je maakt je zorgen over mevrouw.
Wat scoor je? Wat doe je dan?

Slide 26 - Slide

Mevrouw de Haas
Wat scoor je ? En wat doe je?

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

SBAR

Slide 29 - Slide

SBAR

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

SBAR

Slide 32 - Slide

Wat is de goede volgorde van de SBAR?
A
probleemomschrijving, achtergrond,beoordeling, aanbeveling, herhalen
B
achtergrond, , beoordelen, probleemomschrijving, aanbeveling, herhaling
C
situatie-overzicht, aanbeveling, achtergrond, beoordeling, herhaling
D
achtergrond, situatie-overzicht, aanbeveling, herhaling, beoordeling

Slide 33 - Quiz

Waar staat de A voor in de SBAR?
A
Actie
B
Achtergrond
C
Airway
D
Assessment

Slide 34 - Quiz

Waarvoor wordt de SBAR methode gebruikt?
A
Om de juiste informatie te zenden
B
Communicatie toegankelijker te maken
C
om de juiste informatie te ontvangen
D
Communicatie op een eenduidige manier te laten verlopen

Slide 35 - Quiz

Verbind de letters van SBAR aan de juiste omschrijving
S
B
A
R
Korte samenvatting van de voorgeschiedenis van de zorgvrager
Jouw beoordeling van actuele en mogelijke problemen in de situatie
Voorstel voor actie
Beschrijving van het probleem

Slide 36 - Drag question

Dhr. Mufasa

Slide 37 - Slide

Casus
Je werkt in de thuiszorg en je bent op de helft van je ochtendronde. Je gaat voor het eerst bij dhr. Mufasa langs om hem te helpen met zijn steunkousen aan te trekken. Dhr. Mufasa was een maand geleden opgenomen geweest in het ziekenhuis vanwege een DVT waarvoor hij die steunkousen nu aan moet. Bij het intake gesprek een maand geleden had hij bij je collega aangegeven dat hij verder nog alles zelf wilde doen, en alleen met de steunkousen hulp nodig heeft. Zijn familie komt 1x in de week langs voor boodschappen en hij doet verder alles nog zelf. 
Dhr. heeft een week geleden een exacerbatie van zijn COPD gehad waarvoor hij een prednison kuurtje heeft gekregen van de huisarts. 

Slide 38 - Slide

Huidig situatie
Wanneer je bij dhr. aanbelt doet hij zwaar ademend en hoestent de deur voor je open, maar gaat daarna gelijk weer terug naar de woonkamer op volgens hem iets te zoeken. Hij negeert je volkomen en lijkt in zijn eigen wereld te zitten. In de woonkamer is het een rotzooi en overal zie je vieze vaat liggen. 

Slide 39 - Slide

Voorgeschiedenis:

- Hypertensie
- COPD Gold 1
- DVT in het linker been 1 maand geleden.
- Diabetes Mellitus type 2

Medicatie:

  •  Apixaban 2x daags 5 mg
  • Captopril 2x daags 25 mg
  • Nexium 1x daags 40 mg
  • Prednison 1x daags 40 mg
  • Salmeterol dosisaerosol 2x daags 50 microgram
  • Metformine 2x daags 500mg
  • Insuline bij de maaltijd volgens onderstaand schema.
        Bloedsuiker 10.0 – 12.0 > 2 EH Novorapid
        Bloedsuiker 12,1 – 14.0 > 4 EH Novorapid
        Bloedsuiker 14,1 – 16.0 > 6 EH Novorapid
        Bloedsuiker 16,1 – 20.0 > 8 EH Novorapid
        Bloedsuiker > 20,1 > Contact per huisarts

Slide 40 - Slide

Stap 1: Oriëntatie op de situatie

- Welke begrippen en/of ziektebeelden ken je nog niet? Zoek deze begrippen op.
- Hoe schat je de situatie in? Is er sprake van een gezonde situatie of is er een probleem en op welk gebied: ziekte, sociaal, mentaal?


timer
5:00

Slide 41 - Slide

Stap 1: Oriëntatie op de situatie
- Kijk naar de parameters in de volgende tabel en werk deze uit volgens de EWS

- Welke kleur geef jij deze situatie en verklaar waarom?
- Je belt de huisarts over dhr. Mufasa, stel de SBAR op.

timer
15:00

Slide 42 - Slide

Je belt de huisarts over dhr. Mufasa, stel de SBAR op.

Slide 43 - Open question

HUISWERK 
Neem een situatie uit de BPV en schrijf hier de SBAR op uit. Maak hierbij gebruik van de PDF- tool Isala SBARR (LM les 2) . Neem jouw uitwerking mee naar de les. 
(let op: dit was les 3, maar we zijn in LM bij les 2) 

Slide 44 - Slide