oefen Nieuwe Tijd

Er verandert veel in de Nieuwe tijd in economisch opzicht. Wat klopt niet?
A
van landbouw als belangrijkste middel van bestaan naar handel als belangrijkste middel van bestaan
B
van handel in Europa en Midden-Oosten naar wereldeconomie
C
Mensen willen graag hun geld uitgeven aan mooie dingen
D
naast de kerk en vorsten geven ook burgers opdrachten aan kunstenaars
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Er verandert veel in de Nieuwe tijd in economisch opzicht. Wat klopt niet?
A
van landbouw als belangrijkste middel van bestaan naar handel als belangrijkste middel van bestaan
B
van handel in Europa en Midden-Oosten naar wereldeconomie
C
Mensen willen graag hun geld uitgeven aan mooie dingen
D
naast de kerk en vorsten geven ook burgers opdrachten aan kunstenaars

Slide 1 - Quiz

Ook in religieus opzicht verandert er veel. Wat klopt niet?
A
Tijdens de Middeleeuwen was in West-Europa alleen de katholieke kerk
B
In de Nieuwe Tijd was iedereen protestant
C
De hervorming leidde tot calvinistische en Lutherse stromingen
D
Er kwam ook een Anglicaanse kerk

Slide 2 - Quiz

Wat is fout:
De Nieuwe Tijd in politiek opzicht:
A
De leenmannen krijgen meer macht
B
De vorsten krijgen meer macht
C
Rijke burgers krijgen meer macht
D
De paus krijgt minder invloed

Slide 3 - Quiz

Wat wordt bedoeld met het woord Renaissance?
A
De Tijd van de Klassieke oudheid
B
De Tijd van Romeinen en Grieken
C
wedergeboorte
D
De cultuur van de klassieke oudheid wordt weer populair

Slide 4 - Quiz

Wat is fout?
de relatie tussen humanisme en renaissance?
A
Het humanisme gaat uit van het menselijk verstand, dus ook kennis uit de oudheid is belangrijk
B
humanisme gaat ervan uit dat de mens zelf nadenkt.
C
door bestudering van oorspronkelijke bronnen, worden de klassieken herontdekt
D
doordat het humanisme uitgaat van de mens, wordt de mens egoïstisch

Slide 5 - Quiz

Welke gevolg had dat humanisme voor het geloof?
A
In de bijbel staan weinig gebruiken van de kerk. Er komt dus kritiek.
B
De bijbel mag niet langer in het Latijn, maar moet in de volkstaal te lezen zijn.
C
Mensen geloven niet meer wat in de bijbel staat
D
De paus wil veranderingen aanbrengen in de kerkelijke rituelen.

Slide 6 - Quiz

Wat is fout?
Welk gevolg had de renaissance voor de wetenschap?
A
kunstenaars willen hun kwaliteiten zo breed mogelijk ontwikkelen (homo universale)
B
Oude kennis wordt ontdekt en uitgebreid.
C
De ontdekkingsreizen beginnen, men voelt zich verplicht om oude kennis ( aarde is rond) te bewijzen.
D
wetenschappers gaan waarnemen, experimenteren en conclusies trekken.

Slide 7 - Quiz

Wie was een bekende humanist?
A
Bartholomeus Diaz
B
Vasco da Gama
C
Erasmus
D
Calvijn

Slide 8 - Quiz

Wat deed Erasmus in zijn boek: "Lof der Zotheid"?
A
Hij maakte vorsten, monniken, paus belachelijk
B
daarin liet hij zien dat de bijbel niet goed vertaald was
C
Hij riep op tot de hervorming
D
Hij zei daarin dat iedereen humanist moest worden.

Slide 9 - Quiz

kenmerken van de renaissance kunst
A
zuilen, symmetrie kwamen in gebouwen
B
de gebouwen waren allemaal hoog en breed
C
op elk gebouw kwam een standbeeld van een Romeinse god
D
Het werd alleen gebruikt voor gebouwen van de overheid

Slide 10 - Quiz

kenmerken Renaissancekunst
Wat is fout?
A
Godsdienstige onderwerpen worden niet meer geschilderd
B
men kopieert Grieks-Romeinse kunst
C
Er is aandacht voor anatomie
D
Er is aandacht voor perspectief

Slide 11 - Quiz

Wie vonden de renaissancekunst aantrekkelijk en waarom?
Wat is fout?
A
rijke burgers: zij konden door het geven van opdrachten laten zien hoe rijk zij waren
B
vorsten: Zij konden zich losmaken van de invloed van de kerk en via de nieuwe kunst hun macht tonen
C
geleerden: zij konden nu ook andere zaken bestuderen dan alleen geloofszaken
D
kunstenaars mochten nu eindelijk naakte mensen schilderen.

Slide 12 - Quiz

Welke landen gingen het eerst op ontdekkingsreis
A
Duitsland en Engeland
B
Italië en Spanje
C
Portugal en Italië
D
Spanje en Portugal

Slide 13 - Quiz

Wat was geen reden om op ontdekkingsreis te gaan?
A
goud en zilver
B
handel in specerijen
C
andere volken ontdekken
D
kerstenen

Slide 14 - Quiz

Welke ontdekkingsreiziger kon het eerst om Afrika?
A
Bartholomeus Diaz
B
Columbus
C
Vasco da Gama
D
Magelhaen

Slide 15 - Quiz

Welke ontdekkingsreiziger bereikte het eerst india?
A
Bartholomeus Diaz
B
Columbus
C
Vasco da Gama
D
Magelhaen

Slide 16 - Quiz

Welke ontdekkingsreiziger ontdekte "per ongeluk" een ander continent?
A
Bartholomeus Diaz
B
Columbus
C
Vasco da Gama
D
Magelhaen

Slide 17 - Quiz

Welk verandering had dat voor de Indianen? Wat klopt niet?
A
Ze werden gebruikt als slaven
B
ze kregen te maken met paarden en Europese ziekten
C
Ze moesten het christelijk geloof overnemen
D
Ze kregen te nu maken met tabak en Spaanse pepers.

Slide 18 - Quiz

Welk gevolg had dat niet voor West-Europa?
A
We kregen een enorme toevoer van zilver, waardoor het geld minder waard werd
B
we leerden producten kennen als aardappelen, mais en tabak.
C
We kregen te maken met allerlei vreemde ziektes
D
Veel mensen vertrokken naar Amerika, om daar een nieuw bestaan op te bouwen

Slide 19 - Quiz

De macht van de koning.
Wat klopt niet?
A
werd overal groter
B
werd absoluut in Frankrijk
C
verdween in Nederland
D
werd kleiner in Engeland

Slide 20 - Quiz

Wat vond Luther? Wat klopt niet?
A
de aflaten moesten weg
B
de paus moest weg
C
de koning moest weg
D
het celibaat moest worden afgeschaft

Slide 21 - Quiz

Wat vond Luther ? Wat klopt niet?
A
De bijbel was de enige bron
B
heiligenbeelden moesten weg uit de kerk
C
de bijbel moest vertaald worden in het Duits
D
biechten was een goede manier om in de hemel te komen

Slide 22 - Quiz

Calvijn en Luther waren het eens over
A
de organisatie van de kerk
B
predestinatie
C
de bijbel als enige bron
D
de macht van de koning

Slide 23 - Quiz

de hervorming had veel aanhang:
Wat klopt niet?
A
omdat zij vonden dat de kerk eenvoudig moest zijn.
B
grond van kloosters gebruikt werd voor edelen, maar ook om armen te helpen.
C
mensen vonden dat de geestelijken en de paus in het bijzonder niet "bijbels" leefden.
D
omdat zij de regels van de katholieke kerk te streng vonden.

Slide 24 - Quiz

Wat is fout? De Anglicaanse kerk
A
werd gesticht omdat Hendrik VIII niet mocht scheiden van de paus
B
is vooral in Engeland en voormalige koloniën te vinden
C
bij deze kerk is de koning het hoofd van de kerk
D
is voortgekomen uit kritiek op de bijbelvertaling

Slide 25 - Quiz