4K Poëzie en fictie D verfilmd

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Slide

Welkom
Ga rustig zitten volgens de plattegrond.  

Pak  je boek, schrift en pen. 
En log alvast in op deze LessonUP. 





timer
3:00

Slide 2 - Slide

 Poëzie en fictie 
D verfilmd  p. 196
Fictie

D Verfilmd



Blz. 146

Slide 3 - Slide

Planning
- Opdracht 1 gezamenlijk

- Opdracht 2: tekst samen lezen, opdracht zelfstandig maken

Slide 4 - Slide

Opdracht 1
Noteer twee voordelen van een film kijken in vergelijking met een boek lezen.

Slide 5 - Open question

Opdracht 1
Noteer ook twee voordelen van een boek lezen.

Slide 6 - Open question

Opdracht 2 (p. 146)
Pogingen iets van het leven te maken
Lees tekst 1. Het is het begin van Pogingen iets van het leven te maken van Hendrik Groen. Het is een verzonnen dagboek en Hendrik Groen is een pseudoniem van Peter de Smet.


pseudoniem
Pseudoniem, ook wel een alias genoemd, betekent: onder een andere naam.

Slide 7 - Slide

Opdracht 2 (p. 146)
Pogingen iets van het leven te maken
  • 1. ‘Ik, Hendrikus Gerardus Groen, ben namelijk altijd correct, innemend, vriendelijk, beleefd en behulpzaam.’ Geef een voorbeeld waaruit dit blijkt.
  • Hendrik biedt zijn excuses aan als hij moet lachen om de appelflappen op de jurk van mevrouw Voorthuizen.
timer
6:00

Slide 8 - Slide

Opdracht 2 (p. 146)
Pogingen iets van het leven te maken
  • 2. Hendrik Groen heeft ook een andere kant. Geef daarvan twee voorbeelden.
  • - Groen houdt niet van bejaarden en geeft daarvoor redenen.
  • - Hij schrijft dat mevrouw Voorthuizen een enorme reet heeft.
  • - Hij lacht mevrouw Voorthuizen uit.
  • - Hij geeft in zijn dagboek stevige kritiek op het bejaardentehuis.

Slide 9 - Slide

Opdracht 2 (p. 146)
Pogingen iets van het leven te maken
  • 3. Wat vind je van Hendrik Groen? Kies uit: grappig – stoer – typische bejaarde – zeurpiet – iets anders, namelijk …
  • Leg je antwoord uit.

Slide 10 - Slide

Opdracht 2 (p. 146)
Pogingen iets van het leven te maken
  • 4. Hoe maakt Hendrik Groen iets van het leven? Geef drie voorbeelden.
  • - Hij doet spelletjes.
  • - Hij maakt uitstapjes.
  • - Hij drinkt wijntjes.
  • - Hij wordt verliefd.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Vandaag
- Trailer kijken + opdr. 3.1
- Tekst 2 en 3 lezen  
- Opdracht 3: vraag 2 t/m 5 maken/bespreken
- Tekst 4 lezen
Opdracht 4 maken/bespreken

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Bekijk de trailer van Hoe duur was de suiker? Het is de verfilming van 
het gelijknamige boek van de Surinaamse schrijfster Cynthia McLeod.
  • Het verhaal speelt zich af in ...  (land) en het begint in ... (jaartal). De ik-persoon heet ... . Het verhaal gaat over slavernij en ... .
  • Het verhaal speelt zich af in Suriname en het begint in 1747. De ik-persoon heet Mini-mini . Het verhaal gaat over slavernij en liefde .


Opdr. 3
p. 147

Slide 15 - Slide

Opdracht 3 (p. 148)
Hoe duur was de suiker
 Cynthia Mc Leod beschrijft het leven van Sarith en Elza, dochters uit een Joodse plantersfamilie, en hun slaven. In de onrechtvaardige slavenmaatschappij die de kolonie Suriname is, ervaren meesters en slaven dat de suiker duur wordt betaald.

Vraag 2 t/m 6 maken en bespreken.

Slide 16 - Slide

Lees tekst 2 en 3
  • 2. Geef twee voorbeelden waaruit blijkt dat slavinnen het bezit waren van de blanken.
  • - Zij loopt altijd het gevaar dat haar baas tegen haar zin met haar naar bed gaat.
  • - Zij mag geen relatie hebben met Hendrik.
  • - Zij moet geld sparen om zich vrij te kopen.
  • - Zij heeft geen privacy.
  • - Ook haar kind zal slaaf worden.
  • - De slaven móeten werken voor hun meester, zonder dat ze daarvoor gekozen hebben.

Opdr. 3
p. 147

Slide 17 - Slide

Lees tekst 2 en 3
  • 3. Hendrik trouwt niet met Mini-mini, omdat hij haar niet vrij kan kopen. Welke redenen zou hij nog meer kunnen hebben om niet met haar te trouwen? Noteer er twee.
  • Zijn moeder vindt het niet goed / kijkt neer op Mini-Mini.
  • 4. Mini-mini wil ervoor zorgen dat haar kind een goede toekomst krijgt. Waarom is de kans dat dit lukt niet zo groot?
  • Slaven hadden niet genoeg geld om zich vrij te kopen en mochten geen eigen bestaan opbouwen.
Opdr. 3
p. 147

Slide 18 - Slide

Lees tekst 2 en 3
  • 5. Mini-mini vraagt zich af of de blanken wel weten ‘welke prijs er werd betaald voor de koffie en de suiker’. Wat bedoelt ze met ‘prijs’? Kies uit: de ellende van de slaven – geld – haar verdriet om Hendrik – iets anders, namelijk …
  • De ellende van de slaven.
Opdr. 3
p. 147

Slide 19 - Slide

Vandaag
- Opdracht 4 opnieuw
- oefenen met de begrippen (p. 154/155) voor de toets

Slide 20 - Slide

Opdracht 4     (p. 149)
Lees tekst 4. Het is een fragment uit Judas, dat Astrid Holleeder schreef over haar broer Willem Holleeder, die voor verschillende misdaden is veroordeeld.

  1. Willem Holleeder, zijn zussen Astrid en Sonja en Sonja’s man Cor van Hout zijn vaak in het nieuws geweest. Bespreek klassikaal wat jullie daarvan weten.

Slide 21 - Slide

Opdracht 4     (p. 149)
  • 2. Wat vind je van het fragment? Kies uit: eng – interessant – saai – schokkend – spannend – iets anders, namelijk...
  • 3. Waarom is Astrid bang?
  • Astrid is bang dat Wim het ontdekt en dat ze dat niet overleeft.
  • 4. Moet Astrid met justitie gaan praten, vind je? Waarom (niet) uit.

Slide 22 - Slide

Opdracht 4     (p. 149)
  • 5. Judas gaat over gebeurtenissen die werkelijk hebben plaatsgevonden. Kun je zeker weten dat alles wat Astrid vertelt waar is? Leg je antwoord uit.
  • Nee, want het is alleen Astrids kant van het verhaal.
  • 6. Vind je Judas extra interessant omdat het gaat over dingen die echt zijn gebeurd of maakt dat jou niet uit? Leg je antwoord uit.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Opdracht 3
Bekijk de trailer van de televisieserie Judas.
  • 7.    Waarover gaat de serie? Vul vijf onderwerpen in.
  • Familie, angst, controle, gevangen, verraad.
  • Judas komt voor in de Bijbel. Hij heeft Jezus uitgeleverd aan de Romeinen. Welk van de vijf onderwerpen past het best bij het onderwerp ‘Judas’?
  • Verraad.


Slide 25 - Slide

Opdracht 3
8.   Waarom zou je door willen lezen, ook al weet je misschien al hoe het afloopt?

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video