Geluid

Hoe groter de amplitude,
hoe ........... het geluid
A
harder
B
hoger
C
lager
D
zachter
1 / 11
next
Slide 1: Quiz
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Hoe groter de amplitude,
hoe ........... het geluid
A
harder
B
hoger
C
lager
D
zachter

Slide 1 - Quiz

Waarmee kun je de geluids-sterkte meten?
A
Oscilloscoop
B
Decibel-meter
C
Toongenerator
D
Ampere meter

Slide 2 - Quiz

Vanaf welke frequentie kunnen mensen geluiden horen?
A
20000 Hz
B
20 Hz
C
0 Hz
D
-200 Hz

Slide 3 - Quiz

geluid komt van de geluidsbron via de lucht in je oor
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

In een fabriek is soms schadelijk geluid.
Wat is schadelijk geluid?
A
Geluid boven de gehoor-drempel
B
Geluid van je koptelefoon of oortjes
C
Schadelijk geluid is hetzelfde als hinderlijk geluid.
D
Geluid dat je gehoor kan beschadigen

Slide 5 - Quiz

Welk geluid trilt vaker per seconde: een hoog geluid of een laag geluid?
A
Hoog geluid.
B
Laag geluid.

Slide 6 - Quiz

geluid komt van de geluidsbron via de lucht in je oor
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Geluid onstaat door ....... in een geluidsbron.
A
trillingen
B
stroom
C
licht
D
snelheid

Slide 8 - Quiz

Wat is de geluid-sterkte?
A
50 dB
B
60 dB
C
65 dB
D
105 dB

Slide 9 - Quiz

Bij een geluidswal wordt geluidshinder aangepakt?
A
Bij de bron
B
Bij de ontvanger
C
Tussen bron en ontvanger

Slide 10 - Quiz

Geef aan hoe wordt geluidshinder tegengegaan?
Huizen die langs een snelweg liggen, extra isoleren.


A
bron
B
tussenstof
C
ontvanger

Slide 11 - Quiz