Trabi Tour havo 4-Kap3-Persoonl-voornaamw

Maak een (eigen) zin met een voorzetsel met de tweede naamval
1 / 15
next
Slide 1: Open question
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Maak een (eigen) zin met een voorzetsel met de tweede naamval

Slide 1 - Open question

Maak een (eigen) zin met een voorzetsel met de derde naamval

Slide 2 - Open question

Maak een (eigen) zin met een voorzetsel met de vierde naamval

Slide 3 - Open question

Maak een (eigen) zin met een persoonlijk voornaamwoord

Slide 4 - Open question

Maak een (eigen) zin met een bezittelijk voornaamwoord

Slide 5 - Open question

Ich habe (jou) gesehen.
Wat moet ik invullen?
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 6 - Quiz

Ich habe (jou) gesehen.
Wat moet ik invullen?
A
du
B
dir
C
dich
D
dein

Slide 7 - Quiz

Hast du (mijn) Fahrrad gesehen?
Wat moet ik invullen?
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 8 - Quiz

Hast du (mijn) Fahrrad gesehen?
Wat moet ik invullen?
A
mich
B
mir
C
meines
D
mein

Slide 9 - Quiz

Ohne (jullie) hatte ich das nicht geschafft?
Wat moet ik invullen?
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 10 - Quiz

Ohne (jullie) hatte ich das nicht geschafft?
Wat moet ik invullen?
A
ihr
B
euch
C
euer
D
euere

Slide 11 - Quiz

Mit (uw) Auto (o) fahren wir in die Stadt.
Wat moet ik invullen?
A
Ihr
B
Sie
C
Ihrem
D
Ihres

Slide 12 - Quiz

Wat heeft deze les je opgeleverd? Wat heb je geleerd?

Slide 13 - Open question

Wat heeft deze les je opgeleverd? Wat heb je geleerd?

Slide 14 - Open question


😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll