This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Ontwikkelingslanden
Wat is een ontwikkelingsland?
Slide 1 - Slide
Export zorgt voor werkgelegenheid.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
Alleen het inkomen per hoofd van de bevolking zegt te weinig over de welvaart in een land.
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quiz
Koopkracht
De hoeveelheid producten die je kunt kopen van je geld.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Wat zie in je filmpje?
Gebrek aan goed voedsel en huizen
Afval niet ophalen
Markten / zelf eten verbouwen
Krotten
Laag inkomen, niet veel geld
Slide 6 - Slide
Gebrek aan goed voedsel en huizen
Afval niet ophalen
Markten / zelf eten verbouwen
Krotten
Laag inkomen, niet veel geld
Mensen zijn ondervoed
Slechte infrastructuur (geen wegen)
Weinig industrie en veel werkloosheid
Onder de armoede grens
Koopkracht is laag
Weinig sociale zekerheid
Slide 7 - Slide
Ontwikkelingslanden zijn:
A
landen die goed ontwikkeld zijn
B
landen waar de productie en inkomens hoog zijn
C
landen waar de productie en inkomens laag zijn
Slide 8 - Quiz
Armoedegrens
Mensen die leven in extreme armoede leven volgens de extreme armoede grens van de Wereldbank van minder dan $ 1,90 per dag, dat is ongeveer € 1,65.
Mensen krijgen te weinig eten of steeds hetzelfde goedkope eten.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Ondervoeding
In je lichaam ontstaan tekorten aan vitamines en noodzakelijke voedingsstoffen. Als je deze voedingsstoffen langere tijd mist, lijdt je aan ondervoeding
Slide 12 - Slide
Het tekort aan essentiële voedingsmiddelen heet
A
voedingstekort
B
ondervoeding
Slide 13 - Quiz
Ontwikkelingslanden zijn:
A
landen die goed ontwikkeld zijn
B
landen met een hoge koopkracht
C
landen met weinig analfabetisme
D
landen waar de productie en inkomens laag zijn
Slide 14 - Quiz
Wat is geen kenmerk van een ontwikkelingsland?
A
Slechte infrastructuur
B
Lage werkloosheid
C
Koopkracht is laag
D
Weinig industrie
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Ontwikkelingslanden hebben meestal geen monocultuur.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
In een monocultuur zijn landen landen sterk afhankelijk van 1 (export) product.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quiz
Wat is geen oorzaak van economische achterstand?
A
Gebrek aan goed onderwijs
B
Slechte infrastructuur
C
Corrupte regering
D
Veel technische kennis
Slide 21 - Quiz
De verhouding tussen de prijs van exportproducten en de prijs van importproducten noem je:
A
BBP
B
Ruilvoet
C
Nationaal inkomen
D
Welvaart
Slide 22 - Quiz
Waarom wordt voor ontwikkelingslanden de ruilvoet steeds slechter?
A
Ze hebben zelf invloed op de prijs van grondstoffen
B
Ze hebben zelf geen invloed op de prijs van grondstoffen
C
Prijzen zijn constant hierdoor weten ze waar ze aan toe zijn