This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
herhaling
Slide 1 - Slide
Sporenplant
Sporenplant
Zaadplant
Zaadplant
Mos
Varen
Bloem
Gras
Slide 2 - Drag question
Bacteriën
schimmels
dieren
planten
geen celwand
bladgroen korrels
geen celkern
wel celwand,
celkern, geen bladgroenkorrels
Slide 3 - Drag question
Verschuif elk dier naar de juiste groep
gewervelden
ongewervelden
schildpad
vlieg
hamster
zeester
walvis
vlinder
Slide 4 - Drag question
Bacterie
Schimmel
celkern
Slide 5 - Drag question
Tekst
GEWERVELDE DIEREN
Zoogdier
Reptiel
Vogel
Amfibie
Vis
Slide 6 - Drag question
schimmel
plant
Slide 7 - Drag question
Nuttige eigenschap van schimmels
Vervelende eigenschap van schimmels
Slide 8 - Drag question
Sleep de passende stam naar het juiste dier.
Sponsdieren
Neteldieren
Weekdieren
Stekelhuidigen
Geleedpotigen
Gewervelden
Slide 9 - Drag question
Sleep het dier naar de juiste kolom
Uitwendig skelet
Inwendig skelet
Slide 10 - Drag question
Dier
Plant
Schimmel
Bacterie
Slide 11 - Drag question
BS3: taxonomie bij dieren
Sleep elk organisme naar de juiste groep
geleedpotigen
weekdieren
stekelhuidigen
gewervelden
Slide 12 - Drag question
Waar
Niet waar
Dieren zijn consumenten
piramide van biomassa heeft áltijd piramidevorm
biomassa is de totale massa dat producenten eten.
planten en schimmels zijn allebei recudenten
schimmels en bacterien zijn reducenten
in de cellen met bladgr.korrels vindt fotosynthesie plaats
Slide 13 - Drag question
Bij het ordenen van de 4 groepen organismen kijken biologen naar de cellen van deze organismen. Ze letten dan op drie kenmerken van cellen. Welke drie?
Celmembraan
Celkern
Celwand
Bladgroenkorrels
Celplasma
vacuole
Slide 14 - Drag question
Vul de tekst aan met de juiste woorden.
Een schimmelcel herken je aan de volgende kenmerken:
- Wel:
- Wel:
- Geen:
Een schimmel bestaat uit:
Schimmeldraden
Celkern
Celwand
Bladgroenkorrels
Slide 15 - Drag question
Welke kenmerken horen bij de stammen?
Neteldieren
Wormen
Weekdieren
Stekelhuidigen
Geleedpotigen
Gewervelden
Geen skelet, vangarmen met netels.
Geen skelet.
Zacht lichaam, heeft een huisje of schelp.
Stekels of knobbels op huid.
Uitwendig skelet (pantser), leden als poten.
Inwendig skelet, met wervels.
Slide 16 - Drag question
Dier
Schimmel
Plant
Bacterie
Dier
Schimmel
Plant
Bacterie
Slide 17 - Drag question
Sleep de afbeelding van de groep gewervelde dieren naar de juiste naam.
Vissen
Zoogdieren
Reptielen
Amfibieen
Vogels
Slide 18 - Drag question
Rijk van de dieren
Rijk van de planten
Rijk van de bacteriën
Rijk van de schimmels
Slide 19 - Drag question
Vis
Vogel
Zoogdier
Reptiel
Amfibie
Sleep de juiste huid naar het juiste dier.
Slide 20 - Drag question
Organen van een plant
bloem
blad
wortel
stengel
Slide 21 - Drag question
Alleen plantencel
Dier en plantencel
20. Sleep de kenmerken in het midden naar het juiste vak
Vacuole
Cytoplasma
Celkern
Celwand
Celmembraan
Bladgroenkorrels
Slide 22 - Drag question
30. Sleep de namen van de rijken en de belangrijkste kenmerken naar de juiste afbeelding.
Rijk: Bacteriën
Rijk: schimmels
Rijk: dieren
Rijk: planten
geen celwand
bladgroen- korrels
geen celkern
wel celwand,
celkern, geen bladgroenkorrels
Slide 23 - Drag question
Tekst
Hierboven staan 4 stammen van het dierenrijk. Onder staan een aantal dieren weergegeven. Sleep de dieren naar de juiste stam.
Neteldieren
Stekelhuidigen
Geleedpotigen
Wormen
Slide 24 - Drag question
Schimmeldraden
Sporen
Paddenstoel
Slide 25 - Drag question
Wordt een bacterie of een schimmel gebruikt bij de bereiding van het voedingsmiddel?
Bacterie
Schimmel
Slide 26 - Drag question
- Dieren hebben veel verschillende ________
- Cellen van mensen hebben ____________ kenmerken als cellen van dieren.
-De __________ regelt alles wat er in de cel gebeurt.
-Een dierlijke cel bestaat voor een groot deel
uit _____
-Om de cellen van dieren ligt een _________
Dezelfde
Celmembraan
Celplasma
Celkern
Cellen
Slide 27 - Drag question
Geef aan wie een rol speelt bij elk voedingsmiddel. Sleep de voedingsmiddelen (groen) naar het juiste gele vak (schimmel of bacterie).