4.5 het oog

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1,2

Lesopbouw

1. Terugblik: de huid, het oor

2. Drie uitlegvideo's over het oog

3. Quizvragen

4. Zelfstandig werken in werkboek

Vanmiddag: nakijken en (veel...) lezen!

Wat is een prikkel?

1. Iets wat je voelt als je iets scherps aanraakt.
2. Een signaaltje dat van buitenaf komt.
3. Een signaaltje dat vervoert wordt door je lichaam.
4. Een onderdeel van het centraal zenuwstelsel.

Welke opmerking over impulsen is juist?

1. Impulsen laten zintuigen reageren.
2. Impulsen bevatten informatie over de situatie buiten het lichaam.
3. Impulsen kunnen ontstaan in zintuigen.
4. Impulsen gaan altijd naar spieren toe.

Rowan is gevallen, hij heeft een niet bloedende schaafwond, welk(e) deel of delen van de huid is NIET beschadigd?

1. Alleen de hoornlaag niet.
2. Alleen de kiemlaag niet.
3. Alleen de lederhuid niet.
4. Zowel de kiemlaag als de lederhuid niet.

1. Het geluid wordt hoger
2. Het geluid wordt harder
3. Het geluid wordt lager
4. Het geluid wordt zachter

1. Deze onderdelen horen ook bij: Ademhalingsstelsel
2. Deze onderdelen horen ook bij: Zenuwstelsel
3. Deze onderdelen horen ook bij: Beenderstelsel
4. Alle antwoorden zijn fout.

De functie van dit onderdeel is:

1. Versterken van de geluidsgolven
2. Minimaliseren van de geluidsgolven
3. Een impuls maken
4. Het oor schoonhouden

welke twee holten worden verbonden door de
buis van Eustachius?

1. gehoorgang en trommelholte
2. neusholte en keelholte
3. gehoorgang en keelholte
4. trommelholte en keelholte

Waar in het oor worden impulsen gemaakt?

1. in de oorschelp
2. in het trommelvlies
3. in het slakkenhuis
4. in de gehoorszenuw

Impulsen

Lichtprikkels

Zintuigcellen

Niet alle mensen hebben dezelfde kleur ogen, welk deel van het oog bepaald de kleur?

1. netvlies
2. kleurbandjes
3. pupil
4. iris

Welke spieren zorgen ervoor dat de pupil kleiner wordt?

1. Lengtespieren
2. Kringspieren
3. Straalsgewijs lopende spieren
4. Irisspieren

Blinde vlek

Pupil

Gele vlek

Opdracht 2: Het netvlies, de gele vlek en de blinde vlek. 

Sluit je linkeroog. Kijk vervolgens recht naar het plusteken en ga langzaam met je hoofd dichter naar het beeldscherm. Noteer wat je waarneemt. Leg uit hoe dit kan. Laat je antwoord aan de docent zien.

Opdracht 4a. 

Sluit je rechteroog en kijk naar de rode stip. Ga met je hoofd steeds dichter naar het beeld, houd je rechteroog daarbij gesloten en blijf met je linkeroog gefocust kijken naar de stip.

Noteer wat je waarneemt.  Leg uit hoe dat komt. Laat je antwoord aan de docent zien.

4b.  Doe je linkeroog dicht, kijk naar het kruisje en kom dichterbij het scherm.

        Omschrijf wat er gebeurt. Leg uit hoe dit kan.

        Laat je antwoord aan de docent zien.

5. Doe je linkeroog dicht, kijk naar het plus-teken. Beweeg je hoofd richting het beeldscherm. 

    Hoe komt het dat je in het dagelijkse leven geen last van de blinde vlek hebt?

    Laat je antwoord aan de docent zien.

verwerken in WB

Maak opdrachten 16 t/m 24 

vanaf blz. 142 WB 2a.

Zelfstandig werken vanmiddag

(af)maken

1. opdr 16 t/m 24

2. uploaden in mijnschrift.nl met de juiste tags.

nakijken

3. t/m opdr 15 verbeteren mbv antwoorden in Classroom.

lezen

4. zorgvuldig lezen bs6 zenuwstelsel en bs7 alcohol (blz. 153 t/m 160 HB). LET OP: veel!