Les 5 de handel groeit weer

Gezamenlijk vragen maken
bladzijde 142/143
vraag 5 t/m 7
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Gezamenlijk vragen maken
bladzijde 142/143
vraag 5 t/m 7

Slide 1 - Slide

5a
  • A - 3
  • B -  4
  • C -  1
  • D -  2

Slide 2 - Slide

5b
  • ◯ D De inwoners van de stad waren vrije mensen. 

Slide 3 - Slide

6a
  • Een vereniging van mensen in de stad die hetzelfde beroep
uitoefenden.

Slide 4 - Slide

6b
  • Leerling, gezel, meester.

Slide 5 - Slide

6c
  • Als hij geslaagd was voor zijn meesterproef

Slide 6 - Slide

7a
  • Leden van hetzelfde gilde concurreerden niet met elkaar,
doordat ze afspraken maakten over prijs en kwaliteit.

Slide 7 - Slide

7b
  • De leden van een gilde steunden elkaar bij overlijden of ziekte

Slide 8 - Slide

7c
  • Door afspraken te maken over de prijs en de kwaliteit van producten maakte het niet uit waar uit waar je het product kocht. Als een gilde afspraken maakte over de kwaliteit
van het product, was een product altijd even goed. Op deze manier was er
 geen concurrentie en verdiende elke meester voldoende

Slide 9 - Slide

De middeleeuwse stad


Slide 10 - Slide


Wie was de baas?
  • In het begin  was de heer van een een gebied de baas van een stad.

Slide 11 - Slide


Stadsrechten
  • Steden kregen stadsrechten: bestuur van een stad kan eigen regels/wetten maken, rechtspreken, muur om de stad te bouwen en markt te houden
  • In het bestuur zaten rijke kooplieden en gildemeesters
  • Arme mensen hadden niks te vertellen
  • In ruil voor dat stadsrecht betaalden de inwoners belasting aan de heer

Slide 12 - Slide

Stadsrechten maakten:
  • Sommige steden werden heel rijk en machtig, dit kwam door de handel.
  • E

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Vragen maken
bladzijde 143/144
vraag 8 t/m 9

Slide 15 - Slide

8a
  • Rijke kooplieden en gildemeesters.

Slide 16 - Slide

8b
  • Rijke kooplieden en gildemeesters bestuurden de stad, zij
maakten de regels en wetten.

Slide 17 - Slide

8c
  •  B Steden konden zich beter beschermen door een sterke stadsmuur
  •  E Steden waren rijker dan de domeinen op het platteland

Slide 18 - Slide

9a
  • Rond 1000 stegen de opbrengsten van de landbouw.
Dat kwam doordat er meer grond in
gebruik werd genomen. De extra opbrengsten werden verhandeld op markten . Daar gingen steeds meer mensen
wonen en ontstonden op den duur steden

Slide 19 - Slide

9b
  1. Rijke kooplieden en meesters van een gilde;
  2. winkeliers en ambachtslieden;
  3. mensen zonder vast werk;
  4. zieke en oude mensen (bedelaars)

Slide 20 - Slide

  • 1 een economische functie. Dit betekent dat leden van hetzelfde gilde afspraken maakten over prijs en kwaliteit en dus niet met elkaar concurreerden.
  • 2 een sociale functie. Dit betekent dat leden elkaar hielpen bij overlijden of ziekte.

Slide 21 - Slide

9c
  • Sommige middeleeuwse steden kregen stadsrechten. Dat betekent dat zij door de hun eigen bestuur hadden.                        In het stadsbestuur zaten
vooral  gildemeesters en kooplieden. In een stad
hadden dus niet alle burgers iets te vertellen in het bestuur.

Slide 22 - Slide