This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
5.2 De middeleeuwse stad
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
1: Je kunt de sociale lagen in een middeleeuwse stad noemen en uitleggen hoe het ambachtswezen was georganiseerd.
2:Je kunt uitleggen waarom de invoering van stadsrechten laat zien dat steden in de late middeleeuwen meer macht kregen ten opzichte van de adel
.
3: Je kunt uitleggen hoe de steden in de late middeleeuwen werden bestuurd.
Slide 2 - Slide
Herhaling 5.1
Wat is het drieslagstelsel?
Wat is ontginnen?
Waarom ontstond er weer een geldeconomie?
Wat is de Hanze?
Slide 3 - Slide
Sociale lagen in de stad
Burgerij = de groep bewoners van een stad
1. Rijke kooplieden & gildemeesters
(zaten in bestuur van de stad)
2. Winkeliers & ambachtslieden
3. Gewone arbeiders
4. Bedelaars & daklozen
Slide 4 - Slide
Organisatie gilden
Gilde = vereniging van mensen die in een stad hetzelfde beroep uitoefenden
Ook vrouwen mochten lid zijn van een gilde
Proberen concurrentie te voorkomen:
regels over werktijden, opleiding, prijs en kwaliteit producten
Niet aan regels houden? uit Gilde.
Alleen gilde mocht ambacht uitoefenen
Slide 5 - Slide
Leden gilde
Meester = Een ambachtsman die met succes een meesterproef had afgelegd en zijn eigen werkplaats mocht beginnen
Gezel = een ambachtsman die in dienst was van een meester en zelf nog geen eigen bedrijf mocht hebben.
onbetaalde ambachtslieden in opleiding
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Stadsrechten
Eerst: Steden bestuurd door de heer. De stad stond op zijn stuk land, dus hij bestuurde de stad.
Maar al snel: steden willen zichzelf besturen, eigen munt, eigen rechtspraak, niet afhankelijk zijn van de heer in de oorlog --> dus zichzelf verdedigen --> stadsmuur.
Heren gaven vaak toe aan deze wensen: stad kreeg stadsrechten in ruil voor geld dat de stad aan de heer gaf.
Slide 8 - Slide
Stadsrecht
= Het recht van de inwoners om hun stad zelf te besturen en zelf recht te spreken.
In een officieel document werd vastgelegd welke rechten de burgers hadden: zo werden burgers machtiger dan de adel
Slide 9 - Slide
Rechtspraak en bestuur
Steden regelde hun eigen rechtspraak
De rechtbank in een stad bestond uit: een schout en meerdere schepenen.
Schout = Voorzitter van de stedelijke rechtbank, die benoemd werd door de heer van een gebied.
Schepenen = Mensen die onder leiding van de schout zorgden voor de rechtspraak.
Slide 10 - Slide
Rechtspraak en bestuur
Schout en schepenen losten samen misdrijven op, spraken recht en zorgden dat de straf werd uitgevoerd.
Andere taken van schouten en schepenen:
zorgden voor de veiligheid op straat en de verdediging van de stad, maar ook voor de regels in een stad.
Ze vormde eigenlijk het bestuur van de stad.
Niet democratisch --> zelfde families waren altijd schout en schepenen
Slide 11 - Slide
Een rechtbank
De man die op de verhoging zit is de schout (leider rechtbank). De mannen om hem heen zijn de schepenen (rechters).