Bij dwaling komt het er altijd op neer dat een van de partijen uit is gegaan van de verkeerde informatie. Er zijn drie manieren waarop er sprake kan zijn van dwaling.
Er kan sprake zijn van dwaling wanneer de verkoper een uitspraak heeft gedaan waardoor de koper akkoord is gegaan met de overeenkomst, tenzij de verkoper mocht aannemen dat de overeenkomst niet zou zijn gesloten zonder deze uitspraak.
De uitspraak heeft een verkeerde voorstelling van zaken gegeven. Bij het volgende gaat het er om dat de verkoper informatie juist heeft achter gehouden. Als de koper deze informatie had geweten en op basis daarvan de overeenkomst niet was aangegaan, dan kan er ook sprake zijn van dwaling. De laatste manier is een manier die niet heel vaak voorkomt. In dit geval gaan beide partijen uit van een onjuiste voorstelling van zaken.