This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Zenuwstelsel
Slide 1 - Slide
Grote hersenen
Kleine hersenen
Hersenstam
Ruggenmerg
Slide 2 - Drag question
Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?
A
Zenuwstelsel
B
Hersenstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
Autonoom zenuwstelsel
Slide 3 - Quiz
De hersenen bestaan uit...
A
Grote hersenen, kleine hersenen en ruggenmerg
B
Grote hersenen, hersenstam en ruggenmerg
C
Kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg
D
Groter hersenen, kleine hersenen en hersenstam
Slide 4 - Quiz
Het zenuwstelsel is een belangrijk orgaanstelsel, want het verricht allerlei taken in het lichaam. Hieronder staan vier taken van het zenuwstelsel. 1 bewust worden van waarnemingen 2 impulsen naar spieren sturen 3 coördineren van spierbewegingen 4 opslaan van informatie in het geheugen Noteer de nummers waarbij de grote hersenen een rol spelen.
Slide 5 - Open question
Een dertienjarige: Soms heb ik van die verwarrende gevoelens. Laatst heb ik hemel en aarde bewogen om met mijn ouders mee te mogen naar het tennistoernooi. Ik had er echt zin in. Maar toen ik er eenmaal was, vond ik er niks aan. Ik wilde alleen maar naar huis. Ik werd er verdrietig en boos van. Welk deel van de hersenen speelt hier een grote rol in?
Slide 6 - Open question
Welk deel van de hersenen regelt de ademhaling?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
Slide 7 - Quiz
In welk deel van de hersenen vindt bewustwording plaats?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenschors
D
Hersenstam
Slide 8 - Quiz
Welke hersenen ontvangen en verwerken impulsen?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
Slide 9 - Quiz
Bestaan uit grote en kleine hersenen en de hersenstam.
Deel van de hersenen dat de grote en kleine hersenen met het ruggenmerg verbindt.
Orgaan dat zorgt voor de coördinatie van alle bewegingen van je lichaam.
Verwerkt impulsen van zintuigen (bewustwording) en stuurt impulsen voor bewuste bewegingen.
Grote hersenen
Hersenen
Kleine hersenen
Hersenstam
Slide 10 - Drag question
Waar wordt de ademhaling geregeld?
A
kleine hersenen
B
grote hersenen
C
hersenstam
D
ruggenmerg
Slide 11 - Quiz
Reflexen van je hoofd en hals lopen via...
A
Hersenstam
B
Grote hersenen
C
Kleine hersenen
D
Ruggenmerg
Slide 12 - Quiz
Zie je hier een bewuste reactie of een reflex?
A
bewuste reactie
B
reflex
Slide 13 - Quiz
Zorgt voor impulsgeleiding
Beschermd zenuwen in de rug
Geleid impulsen naar centraal zenuwstelsel
Onbewuste reactie op prikkel
Uitstulping van een zenuwcel
Geleid impulsen naar spier
Bundels van zenuwen in de rug
Reflex
Zenuwen
Uitloper
Gevoelszenuwcel
Bewegingszenuwcel
Ruggenmerg
Wervelkolom
Slide 14 - Drag question
Het verschil tussen een bewuste reactie en een reflex is ... ?
A
Bij een reflex is het ruggenmerg niet belangrijk
B
Bij een reflex zijn de zenuwen dikker
C
Bij een reflex gaat de impuls sneller dan bij een bewuste reactie
D
Bij een reflex gaan impulsen niet eerst naar de hersenen
Slide 15 - Quiz
Waarom gaat een reflex zo snel?
A
De impuls hoeft niet naar de hersenen
B
Een reflex krijgt voorrang in de hersenen
C
Een reflex zie je aankomen en daardoor ben je er al klaar voor
D
De afstand is vaak lekker kort
Slide 16 - Quiz
Het centraal zenuwstelsel van vissen bestaat uit vier delen met dezelfde namen en functies als bij mensen. Twee van die delen zijn het ruggenmerg en de grote hersenen. Geef de namen van de andere twee delen van het centraal zenuwstelsel.
Er wordt gevraagd naar het centrale zenuwstelsel.
Wat is ook alweer het centraal zenuwstelsel.
Als je dit niet weet zoek je dit op!!
1
Let op: er worden al twee onderdelen genoemd: grote hersenen en ruggemerg. Welke delen blijven over?
2
Het centraal zenuwstelsel bestaat uit: grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam en ruggemerg.
Er zijn er twee genoemd in de vraag. Welke twee blijven over en zijn dus je antwoord?
3
Slide 17 - Open question
Je bent aan het schrijven en ziet dat je pen lekt. Je pakt een nieuwe pen uit je etui. Zet de onderdelen van het zenuwstelsel die bij deze handeling betrokken zijn in de juiste volgorde: Schakelcel 1 - Grote hersenen - gevoelszenuw - bewegingszenuw - schakelcel 2
Slide 18 - Open question
Meneer Wentzel stapt in de achtbaan in De Efteling, maar al snel voelt hij zich misselijk. Vanuit het evenwichtsorgaan worden tijdens de rit in de achtbaan impulsen naar het braakcentrum nabij de hersenen geleid. Het braakcentrum zorgt ervoor dat je je misselijk voelt. Het braakcentrum ligt in het gedeelte dat impulsen van het ruggenmerg naar de grote naar de kleine hersenen leidt. Het gevraagde deel is een onderdeel van het centrale zenuwstelsel.
Hoe heet het deel van de hersenen waarin het braakcentrum ligt?