This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Verslag
Portfolio-opdrachten
Slide 1 - Slide
Wat beschrijf je in een verslag?
A
Achtergrond informatie over een bepaald onderwerp.
B
Je mening om anderen te overtuigen.
C
Een activiteit of gebeurtenis.
D
Een opsomming van een paar belangrijke punten.
Slide 2 - Quiz
Wat wil je weten over het verslag
Slide 3 - Mind map
Uit welke onderdelen bestaat een verslag?
Slide 4 - Open question
5w+h-vragen
Voor je begint met schrijven, denk je na over de inhoud van je verslag. Je kunt hiervoor gebruikmaken van de 5 W-vragen en 1 H-vraag: wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe? Hierna worden deze vragen verder uitgewerkt.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
5w+h-vragen
Wie
Wat
Waar
Wanneer
Waarom (Waardoor)
Hoe
Slide 7 - Slide
Zo schrijf je een verslag
Voor je verslag maak je een schrijfschema.
In een schrijfschema schrijf je kort op wat je per deelonderwerp wilt gaan schrijven: je schrijft de informatie in kernwoorden op.
Gebruik de antwoorden op bovenstaande vragen (5W+1H) om het schrijfschema in te vullen.
Slide 8 - Slide
5W1H-methode
Wie: over wie gaat het?
Wat: wat is er precies gebeurd?
Waar: waar speelt het zich af?
Wanneer: op welke datum is het gebeurd of gaat er iets gebeuren?
Waarom: waarom is het gebeurd?
Hoe: hoe is het gebeurd?
Slide 9 - Slide
Een titel
Eerste kennismaking met een tekst, zorg ervoor dat je de aandacht trekt!
Je noemt het onderwerp van een verslag of je geeft belangrijke informatie over het onderwerp.
Slide 10 - Slide
Een goede inleiding
Vertel kort waar je verslag over gaat.
Vertel de portfolio/examenopdracht was.
Slide 11 - Slide
De kern
In de kern staat de meeste informatie. Hierin werk je de opdracht zo goed mogelijk uit.
Slide 12 - Slide
Het slot
In het slot schrijf je een korte samenvatting, conclusie en/of aanbevelingen.
Hiermee sluit je het verslag af.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Schrijfschema
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Opbouw
Inleiding
Kern
Slot (conclusie/samenvatting)
Slide 19 - Slide
Controle
Check op spelling
Check op samenhang
Check op alinea's
Check op signaalwoorden
Check op volledigheid
Check doel en publiek
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Ben je nu in staat om het verslag te schrijven? Wat heb je nog nodig?