- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ipad en leesboek op tafel
- log alvast in op Lesson Up en zet je ebook klaar
timer
1:00
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1
This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ipad en leesboek op tafel
- log alvast in op Lesson Up en zet je ebook klaar
timer
1:00
Slide 1 - Slide
Lezen
timer
15:00
Slide 2 - Slide
HW checken
Als het goed is heb je deze in je ebook (leermiddelen Nederlands) gemaakt, zo niet dan leg je de opdrachten in je schrift open op je tafel voor controle.
timer
3:00
Slide 3 - Slide
2.5: grammatica
korte terugblik
Wat is er aan kennis nog blijven hangen als we naar de toetsresultaten van gisteren kijken?
Welk onderdeel vinden we het lastigst?
Slide 4 - Slide
Lesdoelen
Ik kan:
- de persoonsvorm vinden in een zin met meer dan één werkwoord;
B: §3.4/3.5; grammatica
K: §3.4; grammatica
Slide 5 - Slide
Wat weet ik al?
Noem de 2 manieren om de PV in een zin te vinden?
voorbeeld zinnen
De oorlel was onderdeel van de oorschelp.
De oorlel is onderdeel van de oorschelp.
Was de oorlel onderdeel van de oorschelp?
Slide 6 - Slide
FF oefenen
Geef bij de volgende slides aan wat de pv in de verleden tijd wordt.
Slide 7 - Slide
In de brugklas staan veel vakken op het rooster.
Slide 8 - Open question
Voor elk vak heb je weer een andere leraar.
Slide 9 - Open question
Voor de meeste vakken heb je boeken gekregen.
Slide 10 - Open question
Die boeken moet je kaften.
Slide 11 - Open question
Dat is een lastig karweitje.
Slide 12 - Open question
Op school helpt je mentor je zo goed mogelijk.
Slide 13 - Open question
De vakken worden in verschillende lokalen gegeven.
Slide 14 - Open question
In het begin moet je best even zoeken.
Slide 15 - Open question
Werkwoordvormen
Soms staan er in een zin meer dan 1 werkwoord. Om dan de PV te vinden, pas je de tijdproef of de vraagproef toe. Andere vormen van het werkwoord noem je hele werkwoord of het voltooid deelwoord.
Het hele werkwoord eindigt vaak op -en en vind je in het woordenboek, het vdw heeft altijd een hulpwerkwoord bij zich (hebben, worden, zijn) en begint vaak met een voorvoegsel.
Welke vorm is het dikgedrukte werkwoord? PV - hele ww - vdw
Pinguïns zijn zeevogels
Ze kunnen heel goed zwemmen.
Dat is daarop gebouwd.
De vleugels van een pinguïn zijnomgevormd tot peddels.
Slide 16 - Slide
Geef in de volgende slides aan wat voor werkwoordvorm het onderstreepte werkwoord is.
Slide 17 - Slide
Sommige dingen zijn heel erg waardevol.
A
PV
B
hele ww
C
vdw
Slide 18 - Quiz
Ze moeten daarom goed worden opgeborgen.
A
pv
B
hele ww
C
vdw
Slide 19 - Quiz
Op een plaats waar geen inbreker kan inbreken.
A
pv
B
hele ww
C
vdw
Slide 20 - Quiz
Zo’n ondoordringbare kluis is bijvoorbeeld Fort Knox in Amerika.