week 39 les 1 werkwoorden e-->ie/estar

Buenos diás
Hoy es ......... el 23 de .....................
¿Qué vamos a hacer?
  • Planificación: week 39 leerdoel 2, 3, 4, 7, 8, 9
  • Repetir los verbos e --> ie
  • El verbo estar
  • Trabajar
1 / 12
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Buenos diás
Hoy es ......... el 23 de .....................
¿Qué vamos a hacer?
  • Planificación: week 39 leerdoel 2, 3, 4, 7, 8, 9
  • Repetir los verbos e --> ie
  • El verbo estar
  • Trabajar

Slide 1 - Slide

schrijf uit!
cerrar
cierro
cierras
cierra
cerramos
cerráis
cierran
preferir
prefiero
prefieres
prefiere
preferimos
preferís
prefieren
entender
entiendo
entiendes
entiende
entendemos
entendéis
entienden

Slide 2 - Slide

cerrar, tú

Slide 3 - Open question

empezar, ellos

Slide 4 - Open question

cerrar, nosotros

Slide 5 - Open question

preferir, yo

Slide 6 - Open question

entender, vosotros

Slide 7 - Open question

preferir, vosotros

Slide 8 - Open question

Zijn
Welk Spaans werkwoord heb je geleerd voor "zijn"?


Waar gebruikte je dat voor?
ser
naam
afkomst
beroep
nationaliteit

Slide 9 - Slide

Estar
  • Een ander werkwoord voor "zijn" is estar:
  • Estar gebuik je om aan te geven waar iets zich bevindt. In het Nederlands zeg je dan vaak "het ligt/het staat....".  vb: El libro está en la mesa.
  • Het wordt ook gebruikt om te zeggen wat je van het eten vindt. vb: Las manzanas están ricas.

Slide 10 - Slide

Estar = zijn
yo
él/ella/usted
nosotros/nosotras
vosotros/vosotras
ellos/ellas/ustedes

estoy
estás
está
estamos
estáis
están

Slide 11 - Slide

Vamos a trabajar
Pág. 9 - 1.5
Ejercicios A, B, C, D, E, F, G
HUISWERK
Voor dinsdag 24 september:
Leren woordjes: cantidades en kopen in een winkel
Maken blz. 9 en 10 ej. A, B, C, blz. 11 ej. G

Slide 12 - Slide