C1 week 3; Bewusteloosheid, Ademhalingsletsel

1 / 21
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Bewustzijnsstoornis
  • Het slachtoffer loopt tijdelijke of blijvende schade op aan de hersenen
  • Hierdoor ontstaan ademhalingsproblemen (tong /braaksel)
  • Waardoor circulatiestilstand kan optreden 



Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Verschijnselen bij bewustzijnsstoornissen
  • Verminderd bewustzijn: verwarde antwoorden en/ of suffe en slaperige indruk
  • Bewusteloosheid: geen reactie op aanspreken of zachtjes aan de schouder schudden, wel op pijnprikkel
  • Diepe bewusteloosheid: geen reactie op aanspreken, zachtjes aan de schouders schudden of op pijnprikkel

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Open de ABCDE kaart

Slide 7 - Slide

Oorzaken van bewustzijnsstoornissen
  • Verwondingen aan de schedel en/of de hersenen
  • Lichamelijke ziekten, bijvoorbeeld diabetes, epilepsie
  • Ademhalings- of circulatiestoornissen, bijvoorbeeld verstikking, verslikking, verdrinking, shock
  • Overige oorzaken, bijvoorbeeld door elektriciteit




Slide 8 - Slide

Schedel- en hersenletsel
  • Schedel en hersenletsen zijn vaak gecombineerd
  • Als de schedel beschadigd is, bestaat er een grote kans op een verwonding van het hersenweefsel.
  • De ernst van het hersenletsel is echter niet af te leiden uit het schedelletsel.
  • Bewustzijnsstoornissen treden op wanneer het bewustzijnscentrum in de hersenstam beschadigd is.

Slide 9 - Slide

Het slachtoffer reageert niet op aanspreken, schudden of een prikkel. Hij is:
A
bewusteloos
B
bij bewuszijn

Slide 10 - Quiz

Het eerste dat je nu gaat doen is:
A
de ademhaling controleren
B
hem in de stabiele zijligging leggen
C
reanimatie starten
D
om hulp roepen

Slide 11 - Quiz

Eerste hulp bij bewustzijnsstoornissen
Het niveau van bewustzijn bepaal je op de volgende manier:
  1. Benader het slachtoffer aan de kant van zijn gezicht, zodat hij zijn hoofd niet hoeft te draaien.
  2. Spreek het slachtoffer luid en duidelijk aan beide oren aan, en vraag: ‘Gaat het?’
  3. Schud het slachtoffer voorzichtig aan de schouders, wanneer hij niet reageert op aanspreken.

Het slachtoffer reageert niet:
Roep om hulp -> Beoordeel de ademhaling -> Draai het slachtoffer zo nodig op de rug en maak de luchtweg vrij 

Slide 12 - Slide

Hoe ga je om met meerdere slachtoffers, terwijl je wacht op de hulpdiensten?

Slide 13 - Open question

Complicatie bij ziektebeelden
  • Epilepsie
  • Hersenbloeding(CVA)
  • Diabetes mellitus



Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Ademhalingsletsel
Verschijnselen van een bedreigde ademhaling
Als het slachtoffer hoorbaar ademt (piepend, zagend, gierend, snurkend of rochelend) of duidelijk benauwd is, dan is de ademhaling belemmerd. Soms snakt het slachtoffer naar adem, grijpt naar zijn keel of heeft een blauwe kleur. 
In al deze situaties is er sprake van een bedreigde ademhaling.

Het kan voorkomen dat het slachtoffer in de eerste paar minuten na het ontstaan van de circulatiestilstand amper ademhaalt of af en toe een trage, happende adembeweging maakt: dit is de zogenaamde ‘agonale ademhaling’. Dit is geen normale ademhaling. Bij twijfel handel je zoals bij niet-normale ademhaling.​

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Slide

Eerste hulp bij verslikking

Bij verslikking wordt door een gestoorde ademhaling minder zuurstof in het bloed opgenomen en blijft te veel koolstofdioxide in het bloed achter.

Na 4 minuten onherstelbare hersenschade 
 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Aan de slag
Maak de opdrachten 'Module C1 opdrachten week 3 student' van Itslearning. We bespreken deze klassikaal na.

Slide 21 - Slide