8.3 Je bloed vervoert (VWO) Heb je het begrepen?

8.3 Je bloed vervoert (VWO) 
Heb je het begrepen?
Deze lessonup is een formatief toetsje. Je krijgt per leerdoel een aantal vragen. Daarna geef je aan hoe goed jij denkt dat je de leerdoelen beheerst. Hou je leerdoelplanner bij de hand en noteer het ook daarop. Aan het eind schrijf je op wat je nog gaat doen om te verbeteren. Schrijf dat ook op je planner!
Ook kan je aan het eind de docent vragen stellen. 
Let op! Er zitten een paar filmpjes of uitlegslides bij - als je het snapt mag je die snel doorklikken. 
1 / 43
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

8.3 Je bloed vervoert (VWO) 
Heb je het begrepen?
Deze lessonup is een formatief toetsje. Je krijgt per leerdoel een aantal vragen. Daarna geef je aan hoe goed jij denkt dat je de leerdoelen beheerst. Hou je leerdoelplanner bij de hand en noteer het ook daarop. Aan het eind schrijf je op wat je nog gaat doen om te verbeteren. Schrijf dat ook op je planner!
Ook kan je aan het eind de docent vragen stellen. 
Let op! Er zitten een paar filmpjes of uitlegslides bij - als je het snapt mag je die snel doorklikken. 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 8.3
Leerdoel 10: Je kunt beschrijven hoe je bloed stoffen vervoert. 
Leerdoel 11: Je kunt de bouw  van het hart en de route van het bloed door je hart beschrijven.
Leerdoel 12: Je kunt beschrijven hoe je hart klopt. 
Leerdoel 13: Je kunt uitleggen hoe je hartslag wordt geregeld .

Slide 2 - Slide

Leerdoel 10
 Je kunt beschrijven hoe je bloed stoffen vervoert. 

Slide 3 - Slide

Waarin zit hemoglobine?
A
Bloedplasma
B
Bloedplaatjes
C
Rode bloedcellen
D
Witte bloedcellen

Slide 4 - Quiz

Wat heeft GEEN rol in het vervoeren van zuurstof door het lichaam?
A
Hemoglobine
B
Rode bloedcellen
C
IJzer
D
Bloedplaatjes

Slide 5 - Quiz

Witte bloedcellen
Rode bloedcellen
Bloedplaatjes
Bestrijden ziekteverwekkers
Vervoeren zuurstof met hemoglobine
Helpen bij de bloedstolling

Slide 6 - Drag question

Noem 4 stoffen die in je bloedplasma zitten (NB cellen zijn geen stoffen)

Slide 7 - Open question

Geeft B het zuurstofrijke of zuurstofarme bloed aan?

Geeft Y koolstofdioxide of zuurstof aan?

(tip: kijk goed welke kant het bloed op stroomt)
A
Rijk - koolstofdioxide
B
Rijk - zuurstof
C
Arm - koolstofdioxide
D
Arm - zuurstof

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Hoe goed denk je dat je leerdoel 10 beheerst?
Je kunt beschrijven hoe je bloed stoffen vervoert.
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 10 - Poll

Leerdoelen beter beheersen
Wanneer je een leerdoel nog niet zo goed beheerst (je hebt één van de linker drie smileys aangeklikt), dan moet je dus nog iets extra doen om je voor te bereiden op de toets. Dat kan van alles zijn.

Om beter te begrijpen en onthouden (OB): 
de tekst opnieuw lezen, uitlegfilmpjes zoeken op de studiewijzer, schooltv of biologiepagina (Youtube kan ook; zorg dan dat je zeker weet dat het geen filmpjes voor de bovenbouw zijn), bronnen bestuderen en leren, een begrippenlijst maken,
pijltjesopdrachten maken (herhaling),  hardop aan jezelf of een ander uitleggen (beantwoord dan de vragen van de tussenkopjes van het boek en gebruik daarbij de dikgedrukte begrippen) , de opdrachten maken van "Samengevat",  moeilijke opdrachten nog eens maken
 
Om verbanden te leggen en om wat je hebt geleerd te kunnen gebruiken in een vraag met nieuwe informatie (IT):
 sterretjesopdrachten maken (uitdaging/oefenen voor IT), mindmap maken van begrippen, moeilijke opdrachten nog eens maken, 
Of: vragen stellen (mailen) aan docent,  of..... iets anders dat bij jou past.

Slide 11 - Slide

Wat ga jij doen om leerdoel 10 (nog) beter te beheersen voor de toets?

Slide 12 - Open question

Leerdoel 11 en 12
Je kunt de bouw  van het hart en de route van het bloed door je hart beschrijven.
Je kunt beschrijven hoe je hart klopt. 

Slide 13 - Slide

Zitten de boezems boven of onder in het hart?
A
boven
B
onder

Slide 14 - Quiz

Waar zitten de hartkleppen?
A
Tussen de linker - en de rechterhelft van het hart
B
Tussen het hart en de aorta en longslagader
C
Tussen de boezems en kamers in het hart
D
In de aders die naar het hart toelopen

Slide 15 - Quiz

Via welk bloedvat of hartonderdeel komt het bloed je rechter boezem in?
A
Via de rechter kamer
B
Via de holle ader
C
Via de longader
D
Via de longslagader

Slide 16 - Quiz

In de afbeelding is een lengte doorsnede van een schematisch hart weergegeven. Sleep de onderdelen naar het hart.
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerboezem
Linkerkamer
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart uit
Bloed stroomt het hart uit

Slide 17 - Drag question

Wat is de functie van de kransslagaders?
A
Zuurstof en voedingsstoffen naar het hart brengen
B
Zuurstof en voedingsstoffen bij het hart ophalen
C
Koolstofdioxide naar het hart brengen
D
Koolstofdioxide bij het hart ophalen

Slide 18 - Quiz

kransslagader
ls je veel vet eet, krijg je meer cholesterol in je bloed. Dat kan in je bloedvaten ophopen en zo je bloedvaten vernauwen of zelfs verstoppen. Als dat bij je kransslagaders gebeurt krijgt je hart geen zuurstof en voedingsstoffen meer. Dan kun je een hartinfarct krijgen.
klik op het oogje

Slide 19 - Slide

het hart aan de buitenkant 

Slide 20 - Slide

het hart aan de binnenkant

Slide 21 - Slide

Er is maar één moment dat de slagaderkleppen opengaan, namelijk tijdens....
A
het samentrekken van de boezems
B
het samentrekken van de kamers
C
de hartpauze

Slide 22 - Quiz

Welke stap van de hartslag zie je hier?
En waar herken je dat aan?

Slide 23 - Open question

Waardoor gaan de hartkleppen open?
A
Door peesjes die ze open trekken
B
Door spiertje die ze open trekken
C
Door de druk van het bloed uit de boezems
D
Door spiertjes die ze open duwen

Slide 24 - Quiz

Hartslag in 3 stappen

Stap 1: boezems trekken samen

Stap 2: kamers trekken samen

Stap 3: hartpauze

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Hoe goed denk je dat je leerdoel 11 en 12 beheerst?
Je kunt de bouw van het hart en de route van het bloed door je hart beschrijven. Je kunt beschrijven hoe je hart klopt.
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 28 - Poll

Leerdoel 13
Je kunt uitleggen hoe je hartslag wordt geregeld .

Slide 29 - Slide

Er is een bundeltje cellen dat het samentrekken van het hart veroorzaakt. Hoe heet dit bundeltje?
A
sinusknoop
B
ECG
C
Av-knoop
D
sinusknop

Slide 30 - Quiz

Wat zou er gebeuren als de AV-knoop de impulsen niet vertraagd maar direct zou doorgeven?
A
Dan trekken de kamers van boven naar beneden samen
B
Dan duwen de kamers het bloed de verkeerde kant op
C
Dan pompen de kamers te weinig bloed naar de slagaders
D
Dan trekken eerst de kamers en dan pas de boezems samen

Slide 31 - Quiz

sinusknoop = SA-knoop
boezemkamerknoop= AV knoop

Slide 32 - Slide

Welk deel het ECG geeft het samentrekken van de kamers weer?
A
P
B
QRS
C
R
D
T

Slide 33 - Quiz

Wat gebeurt er in het hart bij piek P?
A
de kamers trekken samen
B
de boezems trekken samen
C
boezems en kamers trekken gelijktijdig samen
D
boezems en kamers trekken niet samen

Slide 34 - Quiz

Hoeveel hartslagen
zie je?

Slide 35 - Open question

Wat zou je zien in de
afbeelding als iemand
hard gaat rennen?
A
De pieken (R) worden hoger
B
Je krijgt meer pieken in dezelfde tijd
C
De lage pieken (P) worden zo hoog als de eerste (R)
D
De pieken worden lager

Slide 36 - Quiz

ECG Electro CardioGram
  • diagram dat de elektrische activiteit van het hart weergeeft
  • P-top: impuls over de boezems -> boezems trekken samen
  • R-top: impuls door de harttussenwand -> kamers trekken samen
  • T-top:                                                                                                      hartpauze

Slide 37 - Slide

ECG = electrocardiogram

Slide 38 - Slide

Werking van het hart
ECG

Slide 39 - Slide

Op de volgende link zie je een animatie van de hartslag en een ECG. Let op, je hoeft niet alles te begrijpen want het is voor de bovenbouw! Maar het geeft wel een goed beeld. 

Slide 40 - Slide

Hoe goed denk je dat je leerdoel 13 beheerst?
Je kunt uitleggen hoe de hartslag wordt geregeld.

πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 41 - Poll

Wat ga jij doen om leerdoel 13 (nog) beter te beheersen voor de toets?

Slide 42 - Open question

Heb je nog vragen over 8.3?
(over de stof, de opdrachten uit je boek of deze lessonup)

Slide 43 - Open question