KT1b - verwijswoorden - di 16 mei

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Verwijswoorden

KT1b - Nederlands

Lesdoelen

- Ik heb het huiswerk besproken

- Ik weet wat verwijswoorden zijn

- Ik weet hoe ik kan zien waarna een verwijswoord verwijst

Bespreken huiswerk

Huiswerk 

Paragraaf 4.3. - LEZEN

 Opdrachten 3, 7, 8 en 9

Start LessonUp op

Wat weet jij nog van verwijswoorden?

Waarom gebruik je verwijswoorden?

1. om bondiger (korter) te schrijven
2. om een tekst prettiger leesbaar te maken
3. om het lezers moeilijk te maken
4. om papier te besparen

De hond van Jason heeft vrijdag een duur foutje gemaakt. Hij heeft de portemonnee met tweeduizend euro opgegeten. Hij verwijst naar?

1. een duur foutje
2. de hond van Jason
3. Jason
4. vrijdag

Hoe wist jij het antwoord?

Merle heeft een glas laten vallen. Het brak in honderden stukjes. Haar vader baalde van de rommel. Hij vond dat zij het moest opruimen.

Waarnaar verwijst: het, haar, hij, zij, het?

Welke vragen heb je gesteld?

Zelf aan de slag

Hoofdstuk 4, paragraaf 3

Opdracht 12, 17 en 18

Lesdoelen

- Ik heb het huiswerk besproken

- Ik weet wat verwijswoorden zijn

- Ik weet hoe ik kan zien waarna een verwijswoord verwijst

Huiswerk woensdag 17 mei

Hoofdstuk 4, paragraaf 3

Opdracht 12, 17 en 18